60 Zwarte" bijgenaamd, van stapel, die terstond naar Zeeland gevoerd werd en tot beveiliging der koopvaardijschepen groote diensten bewees. Den 30sten November voer ze, door achttien jachten begeleid en met uitgelezen bootsvolk bemanddes nachts de Schelde op en kwam voor Antwerpen, zonder door de Spanjaarden te zijn opgemerkt. Terstond werd het aldaar liggende admiraalschipeen kèlossale' driedekker, aan boord geklampt en bemachtigd, terwijl de trompetters lustig het „Wilhelmus van Nassauen" bliezen en de grootste ontsteltenis in de stad verspreid den; de burgerij waande den vijand reeds binnen de muren. Met haar kostbaren prijs en nog zeven andere buitgemaakte schepen kwam de zwarte galei den volgenden morgen in Zeeland terug, waar het helden feit de grootste bewondering en opgetogenheid verwekte. G. BELEG VAN OSTENDE. Reeds sinds geruimen tijd drongen de Staten van Vlaanderen bij den aartshertog aan om zich meester te maken van de stad Ostende: een doorn in hun oogdie hun handel belemmerde en groote inkomsten deed verloren gaan. De loopende onderhandelingen om tot vrede te geraken leidden geens zins tot een gewènschten uitslag; wel kwam in Maart 1601 de vrede tot stand tusschen koning Hendrik IV van Frankrijk en hertog Karei. Emanuel I van Savoye. Vele Spaansche en Italiaansche korpsen werden dientengevolge vrij en togen naar het leger van den aartshertoghetwelk tevens door uit Spanje over zee verwachte troepen versterkt zou worden. Om de aankomst van laatstgenoemden te beletten, zonden de Staten- Generaal een vloot van 40 oorlogsschepen uit. Denkt men bovendien aan de staatkundige geschillen en verdeeldheid tusschen Friesland en Groningen; aan de door Drenthe, Overijssel en een groot deel van Gel derland op te brengen contribution aan de Spaansche garnizoenen van Rijnberk en andere plaatsen op neutralen bodem; aan de groote moeite, die 't Zeeland en Utrecht kostte om hunne geldelijke verplichtingen na te komen, terwijl Holland zorgeloos toestemming gaf tot de uitgave van groote sommenzonder voldoende te letten op het innen der gelden: dan kan de zorgelijke toestand van de Republiek geen verwon dering baren. Toch was 't noodig om de hand aan den ploeg te slaan: in de eerste plaats den vijand af te leiden van Ostende, waarvan het verlies groote schade zou berokkenen aan den handel, voornamelijk van Zeeland. De aartshertog verzamelde zijn leger in de omstreken van 22 Juli is opgenomen de „commissie voor Bartheleus van Büeren, capiteyn van de galeye „deser Landen". De „bandieten" kregen 2 ponden roggebrood en 72 pond kaas daagsbenevens versch water zy bleven altijdook 's nachtsaan elkander geketend en mochten zich bjj een aanval niet verroeren, al liep men hen over het lyf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 84