72 Frankrijkwaarbij de beide vorsten zich verbonden om koning Filips III van Spanje tot een billijken vrede met de Nederlanden te bewegen. Intusschen wilde Jacobus één derde („tiers") der onderstandsgelden die geregeld uit Frankrijk naar Holland gezonden werden, beschouwen als aflossing der geldsommen door Hendrik IV, wegens vroegeren onder stand aan koningin Elisabeth verschuldigd. Hoewel Frankrijk door de laatste bepaling meer dan de Vereenigde Gewesten bevoordeeld werd, stelden de Staten zich met de schikking tevreden en sloegen het aanbod van Jacobus om aan de vredesonderhandelingen deel te nemen beleefdelijk doch met vastheid van de hand. He gemutineerden te Hoogstraten in de resolutiën der staatslicha men genoemd „het Esquadron ofte de ghealtereerden"ook bekend als „groene geuzen (1) hadden in het begin van het jaar het land van Namen onder contributie gebracht (2). De aartshertogen zagen geen kans om hen te betalenook niet de trouw gebleven troepenwaarvan velen zich bij de gemutineerden aansloten. Men wilde hen met geweld tot onderwerping brengen, waartoe graaf Frederik van den Berg zich met 13000 man, 3000 paarden en 9 stukken geschut zou meester maken van Hoogstraten. Het gros van het „Esquadron" vertrok, een klein gedeelte te Hoogstraten achterlatendenaar Oosterhout om de hulp in te roepen van Prins Maurits. Hunne gedeputeerden sloten op 1 Augus tus te 's-Gravenhage een accoord met de Staten-Generaalwaarbij zij verklaarden voortaan onder Prins Maurits den oorlog tegen den ge- meenschappelijken vijand te zullen voeren (3). Hierop werden de Staat- sche troepen door Prins Maurits en graaf Willem Lodewijk van Nassau van Geertruidenberg (4) naar Gilse geleid; hun sterkte bedroeg 8500 man, 3000 paarden en 12 stukken geschut, waarbij het „Esquadron" zich met 1500 man en 1100 paarden voegde. Dientengevolge brak graaf Frederik van den Berg het beleg van Hoogstraten op (5). Prins Maurits besloot nu andermaal het beleg voor 's-Hertogenbosch te slaan: tegen de meening van de Staten-Generaal, omdat het leger van den aartshertog nog bijeen was, de geldmiddelen het niet toelieten en men Zeeland genoegdoening wilde geven door een inval in Vlaan deren (6). Na enkele dagen gaven de Staten-Generaal echter vrijheid van handelen aan den Prins. Acht dagen waren verloren gegaan, die de (1) Jhr. Frederik van Vervou: „Enige gedenkweerdige geschiedenissen". (2) De Italiaan Frederigo en de Spanjaard Rodrigo waren hunne militaire hoofden. Een ordonnantie, als grondwet aangenomen, is vermeld in het 25e Boek van Emanuel van Meteren, „Historiën der Nederlanden". (3) Res. S. G. 1 Augustus 1603. (4) Op 5 Augustus had te Geertruidenberg een gevecht plaats tusschen Fransche en En- gelsche soldaten, waarby de Fransche kolonel Leonidas de Bethune, die tusschenbeide wilde komen, doodeiyk gekwetst werd. (5) Res. R. v. St. 11 Augustus 1603. (6) Res. S. G. 11 Augustus 1603

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 96