82 Bohemen te ondersteunenEmden en Leeroord te ontruimen en drong tot allerlei opofferingen op koloniaal handelsgebied. De kansen op een alliantie met Frankrijk en ontvangst van subsidie tot betaling der korpsen Franschen in Staatschen dienst waren zeer gering. Om te voorkomen dat Frankrijk zich bij Oostenrijk en Spanje aansloot, liet de Republiek zich verleiden tot de beloften om de Hugenoten niet te ondersteunenden uitvoer van wapenenvoornamelijk uit Amsterdam te hunnen behoeve te zullen beletten en strooptochten uit Zeeland tusschen Calais en Duinkerken op het gebied der aartshertogen te ver bieden (1). De Republiek moest derhalve bij hervatting der vijandelijkheden uit sluitend op eigen krachten steunen; inderdaad draalde men dan ook om den strijd te beginnen ofschoon de gelegenheid gunstig scheen, zoolang Spinola nog met zijne krijgsmacht in Duitschland vertoefde, om welke reden ook de aartshertogen zich rustig hielden. Op zee viel nagenoeg niets voor. De grensbewoners bleven door brieven van vrijgeleide (sau- ve-garde) tegen gewelddaden gespaard. De handelsbetrekkingen met Zuid- Nederland duurden voort, alsof geen oorlog bestond. Toen de gouverneur van Grave, Thomas van Stakenbroeck een vijf-en-twintigtal burgers van 's Hertogenbosch te Oss had gevangen genomeneischten de Staten- Generaal vrijlating zonder losgeld. Prins Maurits dacht er anders over, en de Hollandsche staatslieden wezen er met nadruk opdat de toestand van oorlog opnieuw was ingetreden; op hun aandrang liet men de be slissing omtrent het lot der gevangenen over aan den gouverneur van Grave. Alle gouverneurs en commandeurs ontvingen last om de tegen partij als vijand te behandelen, alleen hen te ontzien, die onzijdig waren verklaard of de oorlogsbelasting behoorlijk betaalden (2). De oorlog was reeds begonnenterwijl nog tal van officieren zich met of zonder verlof elders bevonden. De Staten-Generaal verklaarden daarop dat de officieren en soldaten van vreemde naties niet langer dan 4 maanden verlof met behoud van traktement konden krijgen, bij langer verlof of afwezigheid zou men over hunne waardigheid of bevel beschikken. Vervolgens stelde de Raad van State voor om alle kolonels en luitenant-kolo nels een zelfde traktement uit te keeren (3), hetgeen deels geschiedde. Alvorens tot de krijgsverrichtingen over te gaan, vermelden wij de ver- deeling van de Zuid-Nederlandsche krijgsmacht in twee categorieën a. Nationale troepen, betaald met de jaarlijksche consenten der pro vinciën: bestaande uit 15 „bandes d'ordonnancenaturelz en sub jects des Pays-bas par de ga", nam. Walen, Neder'-Duitschers (alias Vlamingen) en Bourgondiërsvoorts de garde der pro- (1) Rapport der gezanten naar Frankrijk (Algemeen Rijksarchief). (2) Res. H. 25 Mei—26 Juni; Res. S. G. 14 en 15 Juni 1621. (3) Res. S. G. 24 Mei1 en 24 Juli 162125 Januari 1622.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 106