94 strijdkrachten (1). Het veldleger kwam eerst nabij Rees, op 28 Juli op 's Gravenweerd aan (2). Om knoeierijen tegen te gaan verbood de Raad van State aan kolonels en kapiteins om schepen bij zich te houden „als hun „principalijck dienende om wapenen daer in gereet te houden tot passe- „volanterije" (3). Nadat graaf Hendrik van den Berg zich had meester gemaakt van Goch betrok hij nabij deze plaats een voordeelige door moerassen en het riviertje de Niers gedekte stelling (4). In den nacht van 5 op 6 Augustus overviel de vijand twee wachten van het Staatsche leger en keerde met de ritmeesters hertog Johan Ernst van Saksen- Weimar en William Balfour als krijgsgevangenen terug. Laatstge noemde werd terstond uitgewisseld tegen een Spaanschen ritmeester (5); de hertog herkreeg zijne vrijheid pas na de overeenkomst (cartel) van 18 October, betreffende de vrijlating van wederzijdsche gevangenen (6). De opstelling des vijands werkte de vermeestering van het fort Pa penmuts, het middelpunt van contributie-heffing op en om den Rijn, in de hand. In April had het hooge water groote schade aan de fortificatiën toegebracht; de bezetting was slechts zwak. In de eerste dagen van Augustus beletten de boeren uit den omtrek der bezetting om de oevers te betreden; spoedig volgde een geregeld beleg, pas in 1623 ging het fort over (7). M. BELEG VAN BERGEN-OP-ZOOM. TOCHT VAN GRAAF ERNST VAN MANSFELD DOOR DE NEDERLANDEN. De bedoeling van den vijand met de vermeestering van Bergen-op- Zoom, vervolgens van Lillo, was om de Schelde ten gerieve van Ant werpen open te houden. Voor de Republiek zou het verlies van de be langrijke vesting schromelijke gevolgen hebben. Bergen-op-Zoom behoefde niet voor gebrek aan levensmiddelen te vreezen; wel was het zaak om Lillo te versterken en nabij Rozendaal een schans aan te leggen ten einde zooveel mogelijk alle toevoer naar den vijand af te snijden; de gou verneurs van Breda, GeertruidenbergHeusden, Willemstad en de com- (1) Res. S. G. 18 en 23 Juli; Lias loopende 1622, dd. 18 en 21 Juli. Zie voorts Aanteeke- ning N°. 53. (2) S. G. Lias loopende 1622, dd. 28 Juli. (3) Res. R. v. St. 4 Augustus 1622. (4) S, G. Lias loopende 1622, dd. 2 Augustus. (5) Res. S. G. 8 Augustus 1622. (6) Res. S. G. 21 en 22 October 1622. De overeenkomst van dit jaar en de voorafgaande van 14 Mei 1602 zyn te vinden in het vervolg N°. 8 van het archief der S. G. (7) Res. S. G, 25 April en 9 Augustus; Lias loopende 1022, dd. 12 Augustus. Weinig beteekende het „Placaet, waer by verboden wert niet vyantlyck op de Schans ghenaemt „Papemuts voor te nemen" (G. P. B. II 154).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 118