102 herovering van Steenbergen, hetwelk zich reeds den volgenden dag over gaf (1). Genoemde kolonels ontvingen te 's Gravenhage een dankbetuiging van de Staten-Generaal voor hunne bewezen goede dienstenwelke onder scheiding ook den gouverneur Louis de Kethulle ten deel viel (2). Ber- gen-op-Zoom behield eene bezetting van 4 compagnieën ruiterij14 com pagnieën voetvolk en 1 compagnie waardgeldersde overige bezetting voegde zich bij het leger te Rosendaalhetwelk tevens een versterking kreeg van 5 compagnieën paarden onder den ritmeester Jacob van Randwijck en 12 compagnieën infanterie (3). De Staten-Generaal gelastten den ontvanger-generaal om 20.000 uit te betalen aan de dappere verdedigers tevens om de veste van levensmiddelen en munitie te voorzien12.000 aan het leger te Rosendaal en 18.000 aan de aannemers der fortificatie- werken van Emmerik. Maar de ontvanger-generaal verklaarde, dat hij „egeen credit en heeft om penningen te negocieeren"de Raad van State wist geen raad (4). Intusschen marcheerden de troepen van Ambrosius de Spinola naar Antwerpen, vervolgens naar Brecht en vereenigden zich met graaf Heeman van den Berg. Zij waren door zieken en gekwetsten belangrijk verzwakt; meer dan 8000 man bleven in Antwerpen en Brussel achter en sloegen wegens wanbetaling aan het muiten (5). Tot de troepen van Anholt, die deel hadden genomen aan het beleg van Bergen-op-Zoom behoorden 6 compagnieën te paard van den heer van Nieescen, 10 van den overste Kbatz, benevens een regiment Duitschers te voet van 14 compagnieën, in dienst van den aartsbisschop-keurvorst van Keulen. Aangezien deze korpsen noch door Spanje, noch door de Zuid-Neder- landsche regeering in eede waren genomen, beschouwden de Staten- Generaal dit als een schending der neutraliteit en eischten van de onder danen der aan Keulen onderhoorige landen een even groot bedrag als genoemde korpsen gekost hadden: 50.000 rijksdaalders voor het stift Keulen, een gelijk bedrag voor Luik, 30.000 voor Munster (6). Na het vertrek van Prins Maubits uit 's Gravenweerd bezette de kolonel Lambebt Chaeles thans aldaar beschikkende over 40 compagnieën (1) S. G. Lias loopende 1622, dd. 9 October. (2) Ees. S. G. 1 en 26 November 1622. Gouden ketenen of andere geschenken, die men in dergelijke gevallen gewoonlijk uitdeelde, bleven ditmaal achterwege, voorzeker uit geld gebrek. (3) S. G. Lias loopende 1622, dd. 6 en 26 October. (4) Ees. S. G. 17 en 19 October. De opgegeven som voor Bergen-op Zoom was lang niet voldoende: zij, die „int peryckel van haer leven" schans-arbeid verricht hadden, moesten nog 37.000 ontvangen (Res. S. G. 26 October). Men betaalde met horten en stootentoen onverwacht van Utrecht een som van 9.000 los kwam, zonden de Staten-Generaal dit geld naar Bergen-op-Zoom (Ees. S. G. 29 October 1622). (5) S. G. Lias loopende 1622, dd. 3 en 12 October; Ees. S. G. 14 October. Zie voorts Aan- teekening N°. 61. (6) Ees. S. G. 15 en 16 October; 16, 22 en 21 December 1622.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 126