109 de Staten-Generaal zouden zorgdragen voor de aanwezigheid van een schipbrug en levensmiddelen; maar hiervan en van een tocht naar de Zuidelijke Nederlanden, mede wenschelijk om de Republiek van nieuwe geldelijke lasten te verschoonenkon niets komen (1). Tilly zetie hem achterna, sneed den hertog den weg naar den Rijn af en noodzaakte hem het grootste deel van zijn trein achter te laten op het huis Sparen burg bij Bielefeld, waar Guillaume de Viry het bevel voerde (2). Op 5 Augustus geraakte Tilly's voorhoede slaags met de achterhoede van den hertog; het gevecht eindigde den volgenden dag met een volkomen nederlaag van Christiaan bij Stadtlohn, dicht bij de Nederlandsche grenzen. De hertog verloor ongeveer 8000 man aan dooden en gevan genen, 16 kanonnen, 2 mortieren, alle voertuigen, 84 infanterie- en 16 cavalerie-vaandelshij zelf, graaf Hendrik Mathias van Thurn, hertog Willem van Saksen-Weimar en 33 vanen ruiters vluchtten naar Bre- devoort. Goossen van Lauwick, drost aldaar, rapporteerde eenige dagen later „dat deur furst Christiaen ende syn volck, twelck op „Bredefoort was geweecken, is geconsumeert geworden alle tgene d'In- „woonderen aldaer voor haer eigen provisie hadden gehadt. Ende dat „binnen deselve plaetse geen middel is tot onderhoudinge ende genesinge „van de crancke ende gequetste soldaten die aldaer gelaten syn", waarop de Raad van State machtiging ontving voor 3 a 4000 medicamenten en oud linnen te zenden (3). De Staten-Generaal besloten den hertog te helpen om zijn macht weder spoedig in slag vaardigen toestand te bren gen; zij stelden daartoe 600.000 beschikbaar en verzochten Prins Maurits om ook Mansfeld te bewegen daadwerkelijk op te tredenvoorts orde te stellen om een veldleger samen te trekken (4). Reeds op 7 Augustus 1623 vertrokken commissarissen naar hertog Christiaan om zijne troepen voor 21/a maand in 's lands dienst te nemen en sloten op 21 Augustus te Arnhem een contract, waarbij de hertog zich verbond om tegen betaling van ongeveer 300.000 ter maand en aanschaffing van wapenen voor het voetvolk, 3212 paarden, 500 dra gonders en 2400 man voetvolk ten dienste van Hunne Hoog Mogenden te onderhouden; de eerste termijn moest terstond betaald worden (5). De eerste monstering der ruiterij had plaats den 5den September op een (1) Res. S. G. 30 en 31 Juli, 3 Augustus 1623. (2) Guillaume de Viry was als commandeur van Lippstadt vervangen door den overste Hatzveldt (Res. S. G. 3 Mei 1623). (3) Res. S. G. 11 Augustus 1623. De ingezetenen van BredevooTt hadden voor leveringen en onkosten 36.633—6 te vorderen; de drost 2.500, doch hij kreeg slechts 1.200 terug (Res. S. G. 22 Juni en 2 Juli 1621). Do hertog schreef zijn nederlaag ten onrechte toe aan verraad door Dodo van Inn- en Knyphausen. (1) Res. 8. G. 6 Augustus 1623. Nadat de vijand op 28 Maart zich meester had gemaakt van Borculo, was het garnizoen van Bredevoort versterkt geworden (Res. S. G. 7 April 1623). (5) Res. S. G. 20 Augustus; Res. R. v. St. 21 Augustus 1623. Zie voorts Aanteekening N°. 68.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 133