IIS burg in gebreke het in 1621 opgerichte regiment te onderhouden (1). Onder bedreiging van „brandt ende andere rigoureuse middelen" eischte men 100.000 rijksdaalders van beide landen; slechts een deel werd op gebracht en de nood duurde voort (2). Keizer Ferdinand II trok partij van den toestand en zond den priester Johan Gramaye herwaarts om nog maals over een te sluiten vrede te onderhandelen; maar Prins Maurits raadde „dat men hem mette specieuste ende bequaemste manieren ende „pretexten moest sien te expedierenopt alderspoedichste"de geestelijke vertrok onverrichter zake (3). Op 21 October verscheen de laatste halve maand van het contract met hertog Christiaan van Brunswijk; men wenschte het niet te verlengen en dankte zijne troepen, na betaling der traktementen, scheeps- en wagenvrachten, af (4). Anderhalf duizend ruiters en 21 compagnieën voetvolk verkozen den hertog te volgen, de overigen vertrokken naar Brunswijk en elders. De cavalerie marcheerde door het graafschap Zut- phen en Overijssel naar Oost-Friesland; de infanterie van Reenen, Wijk bij Duurstede en Zutphen naar Deventer, van hier onder geleide van 4 vanen Staatsche ruiters onder den ritmeester Barthold van Starc- kenborch over Hardenberg en Ommen naar Coevorden. Hertog Chris tiaan voegde zich te Grietzijl (Greetsiel) bij Mansfeld (5). In de eerste helft van October verdeelde Tilly zijn leger over ver schillende streken van Duitschland. Prins Maurits keerde den 19den te 's-Gravenhage terug; toen de Rijn in het begin van November begon te wassen, vertrok het Staatsche leger van Emmerik (6). Middelerwijl had de Raad van State zijne „propositie tot de consenten" voor 1624 ingediend, met aandrang, wijzende op 's vijands bedrijvigheid, om zorg te dragen voor een sterk veldleger als het eenige middel om de frontier-steden te ondersteunen. De staat van oorlog bedroeg voor de gerepartieerde troepen 786.650 ter maand, bovendien voor 3 regimenten en 2 vanen Fran- schen 687.040, voor de ongerepartieerde 250 karabiniers, de 11 com pagnieën Duitschers en de compagnie Schotten van Pitcairn 257.000 8 (1) Zie Aanteekening N°. 70. (2) Res. S. G. II en 20 September, 13 en 14 October. Lias loopende 1623, dd. 11 November. (3) Res. S. G. 30 September en 11 October. De priester kwam in den Haag nadat kort geleden een plakkaat des konings van Spanje was uitgevaardigd, waarbij Emmerik, Rees en andere met Staatsche troepen bezette plaatsen als vijandelijk verklaardde Noord-Nederlanders rebellen genoemd werden. De Staten-Generaal omschreven nu de door Spanje bezette Duitsche steden in hunne plakkaten als staande onder „Spaensclie tyrannye" (Res. S. G. 14 Septem ber 1623). (4) Res. S. G. 13, 14, 23, 24 en 31 October 1623. (5) Res. S. G. 27 en 31 October, 6 November; Res. H. 29 November; S. G. Lias loopende 1623dd. 31 October en 2 November. (6) Res. S. G. 15 en 19 October3 NovemberRes. R. v. St. 4 November 1623.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 137