131
de Mooij, alias Mooi Lambert, bereikten Ylissingen op 13 Februari (1)
enkele waren bij hevigen storm met man en muis vergaanMansfeld
wiens schip op den Paardenmarkt strandde, ontkwam te nauwernood
aan den dood. Hun komst in Nederland was geenszins voorbereid,
zoodat levensmiddelen en geld ontbrakenZeeland en Holland verboden
aan de Mansfelders hun grond te betredenslechts enkele kleine afdeelingen
kregen vergunning om tijdelijk in Zeeuwsche plaatsen te blijvende overigen
werden in opene vaartuigen gebracht naar Zwaluwe en daar overge
scheept naar Raamsdonkonderweg raakten eenige schepen bij Dordrecht
in het ijs beklemdzoodat de soldaten voorloopig aldaar en te Raamsdonk
aan boord bleven. Hun getalsterkte, ongeveer 7000 man, verminderde
dagelijks door desertie en sterfte, het gevolg van koude en onvoldoende
verpleging (2). Reeds bij aankomst van de eerste Duitsche ruiters
garde van hertog Christiaan en graaf van Thurn kwamen ernstige
klachten in; de ritmeester Jacob van Eindhoven genaamd Haversack
toch had in Gulik en Cleve brandbrieven geschreven aan liedendie con
tributie betaalden en onder sauvegarde stonden; Utrecht hield drie com
pagnieën te paard vast tot zij de gemaakte schulden hadden betaald (3). Yijf
honderd Duitsche ruiters marcheerden van de Luiker-grenzen door Frankrijk
naar de westkustzetten met de Fransche ruiters onder hertog Christiaan
de reis over zee voort en kwamen in den loop van Maart in het land
met even groot verlies van menschen als van paarden (4); de schepen
waren even ongeschikt tot paardenvervoer over zee als naar de Lang
straat, waar de dijk bij Capelle was doorgebroken en de paarden schier
in het water stonden, zoodat prins Hendrik Frederik de cavalerie naar
Sprang liet verhuizen (5)voor de zieke soldaten werd gedaan wat men kon
inderdaad werden zij zeer slecht verzorgd (6). Anthonie Trouillet
ontving tot onmisbare aanvulling der troepen commissie van de Sta-
ten-Generaal om in het bisdom van Luik een regiment van 9000 man
te lichten ten dienste van Mansfeld, waarbij echter diens naam niet
mocht worden genoemd. Te Delfzijl weigerden de Staten van Groningen
de ontscheping van een regiment onder den hertog van Saksen-Lauen-
burg, zoodat de troep over water naar de Langstraat vertrok (7).
Onder zulke omstandigheden kon van den marsch naar de Palts met
kans op ontmoeting van Tilly en zijne geharde soldaten moeilijk sprake
(1) Res. S. G. 14 Februari 1625.
(2) Res. S. G. 18 en 20 Februari3 en 4 MaartRes. R. v. St. 4 Maart en Lias loopende
1625 dd. 2 en 9 Maart.
(3) Res. S. G. 31 Januari, 9 Februari en 12 April; Res. R. v. St. 13 en 22 April, 31 Mei
en 28 Juli 1625.
(4) Andere ruiters kwamen uit Duitschland op Texel aan.
(5) Res. S. G. 17 Februari, 8, 10 en 13 Maart; Res. R. v. St. 8 en 13 Maart; S. G. Lias
loopende 1625, dd. 9 Maart.
(6) Zie Aanteekening N°. 77.
(7) Res. S. G. 7, 10 en 21 April 1625.