142 houden tegen het binnenloopen ven Mansfeld's vaartuigen in Neder- landsche havens (1). Hertog Christiaan van BrunswijkLuneburg nam op 80 October afscheid van de Staten-Generaal. Zijne ruiters marcheerden van Haaften over Berken en Steinfurt, veiligheidshalve en ter voorkoming van onge regeldheden, tot Wildeshausen begeleid door 22 compagnieën Staatsche vanen. De marsch ging verder naar het Deensche leger nabij Oerden, waar de hertog met nieuw aangeworven troepen bij koning Christiaan aansloot (2). Aldus was het grondgebied der Republiek voor de tweede maal en nu voor goed door de Mansfeldsche benden ontruimdzij hadden het land veel gekost, enkel last en moeite, niets geen voordeel bezorgd. Nog bevonden zich vele zieken in de gasthuizen; 800 werden te Middelburg tegen 7 stuivers per man en per dag verpleegd in tot hospitaal her schapen pakhuizen van kooplieden; Mansfelu wilde niet meer dan 5 stuivers vergoeden (3). Met het voorgaande voor oogen, moge het overbodig heeten het aller treurigste beeld van het Staatsche leger bij het overlijden van Prins Maurits nader te omschrijven. Zonder vasten financieelen grondslag is een deugdelijke krijgsmacht ondenkbaar; de staats-inrichting van de Republiek miste eiken waarborg daarvoor. Daarbij kwamdat de samenstel ling van het leger alleen viel op te maken uit den staat van oorlog, toch alleen aangevende de verdeeling der lasten over de zeven bondgenooten waarom men zich toch niet bekommerde, zelfs al waren de consenten gegeven. Hadden de bondgenooten zich door geregelde betaling aan dien staat gehouden, zonder dikwerf aan de gelden een andere dan de oor spronkelijke bestemming te geven, dan ware veel goeds te bereiken ge weest. Herhaaldelijk wezen wij op een geheel ander verloop, niettegen staande de Raad van State zijne voorstellen zoo duidelijk en overtuigend mogelijk omschreef. Men scheen niet te willen begrijpendat alleen ordelijk beheer en consequentie tot goede uitkomsten konden leiden; bij gemis daarvan, moest men zich zware offers getroosten, zonder gunstige uit komsten te bereiken. Vruchteloos trachtte men op een beter spoor te geraken. Lieuwe van Aitzema zegt in het vierde boek van zijn „Saken „van Staet en Oorlogh" 't Is een out seggen, dat de Finantien „zijn de zenuwen van den oorlogh, t' is oock waer dat de menagie „is de zenuwe van de Finantien". Hierop laat hij de „poincten van (1) Res S. G. 16 en 22 October 1625. (2) Res. S. G. 30 September en 9 October. De Staten-Generaal gaven vergunning tot uit voer van wapenen en munitie voor de nieuwe troepennam. 6000 muskotten6000 spiesson, trommen, enz. voor 12000 man, benevens wapenen voor 2000 ruiters (Res S. G. 4 No vember 1625). (8) Res. S. G. 15 December 1625.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 166