177 •Jacques de Buvky, sergeant-majoor der Zeeuwsche regimenten, over leed in 1619; ook zijne betrekking bleef voorloopig onvervuld (4). d. HET UTRECHTSCHE REGIMENT. Jhr. Anthonis van Utenhove, heer van Rijnestein, was van 1604 tot zijn overlijden in December 1625 kolonel van het Utrechtsche of Sticht- sche regiment. Jhr. Arent Sloot komt na Jan Gribeval voor als luitenant-kolonel (1). Gabriel Fourmennois kreeg in 1624 Arnoult Brant als sergeant-ma joor tot opvolger (2). Laatstgenoemde was sinds 1616 kapitein der com pagnie van den overleden „alde overste" jhr. Arent van Groenevelt (3). e. HET FRIESCHE REGIMENT. Graaf Ernst Casimir van Nassau volgde zijn op 31 Mei 1620 over leden broeder Willem Bodewijk op als stadhouder en chef van het regiment van Friesland (1). Overste-luitenant: Julius van Eysinga (overleden 11 Mei 1631). Sergeant-majoor: Jan Sageman. f. COMPAGNIEËN OP OVERIJSSEL. Alexander van Weveiit bleef de compagnie van Prins Maurits tot diens overlijden aanvoeren; den 29sten Juni 1625 kwam ze ter repartitie van Holland (1). 12 (1) Ros. S. G. 22 Juni 1622. Zijne compagnie ging eerst vier jaren later over op zijn oudsten zoon Tertulianus (Res. R. v. St. 9 April 1616). .(2) Mededeeling van den Rijksarchivaris in Zeeland. (3) Navorscher XXXIII, bladz. 10 o. v. Filips van Haultain had in 1601 de compagnie gekregen van den overleden kapitein Jan van Cfiantraine gezegd Broucqsaut; op de staten van oorlog van 1617 en 1621 komt h(j voor onder „Tractementen" op Zeeland. (Res. R. v. St. 14 Augustus 1604; hy was zijn schoonvader Karel van der Noot opgevolgd als heer van Hoog- en Aartswoude. (4) Zjjne compagnie ging over op zijn zoon Chrestien (Res. R. v. St. 1 Augustus 1619). (1) Res. S. G. 30 April 1609. (2) Res. R. v. St. 20 Juni 1624. (3) Res. R. v. St. 17 September 1616. (1) Graaf Ernst Casimir had geen garde, wel eenige hellebardiers. Zij vroegen betaling aan de Staten-Genoraalmaar dezen verwezen hen naar do Staten van Friesland (Res. R. v. St. 4 Mei 1621). (1) S. v. o. 1621 (Archief R. v. St. ND. 1248).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 201