180 2. REGIMENT VERE. (Tweede regiment van Deel II). Kolonel: sir Horatio Vere, sinds 1605 generaal der compagnieën En- gelschen te velde, 25 Juli 1625 door koning Jacobus verheven tot lord Vere of Tilbury, overleden 2 Mei 1635; na het overlijden van den kolonel Henry Sutton bleef hij de eenige kolonel bij het regiment (1). Luitenant-kolonel: Adolf van Meetkercken, werd in 1614 sergeant majoor-generaal van het leger (2;; 1614 sir Edward Vere (3). Sergeant-majoor: sir Edward Yere; 1615 George Hollis (4). 3. REGIMENT OGLE 1622 MORGAN. (Derde regiment van Deel II). Kolonel: sir John Ogle, deed in 1622 afstand om „desselfs accidentis „ende impotentheyt"doch bleef zijn compagnie behouden (1); werd op gevolgd door Charles Morgan (2). Luitenant-kolonel: Charles Morgan (3); 1622, sir Warham St. Leger; 1623 William Proude (4). Sergeant-majoor: Thomas Panton. 4. REGIMENT SIDNEY 1623 HORWOOD. Kolonel: 1616 sir Robert Sidney, burggraaf de Lisle (1), in 1623 opgevolgd door sir Edward Harwood (2). Luitenant-kolonel: 1616 sir John Tlirogmorton (8); 1619 sir Edward Harwood (4); 1623 sir Henry Herbert (5). Sergeant-majoor: 1616 John Fleming (6), 1617 William Zouche (7), (1) Het regiment werd in 1616 vermeerderd met 2 compagnieën afkomstig uit de opge heven pandsteden; sir Horatio kreeg 600 per maand, omdat zijn regiment was een „dobbel Regiment" van 34 compagnieën (de kolonels van andere regimenten ontvingen 300 hoogstens 400)om gelijke redenen kreeg de luitenant-kolonel 150 tegen an dere ranggenooten 100. (2) Meetkercken behield zijn compagnie; ze ging na zijn overlijden over op Robert Vere, graaf van Oxford (Res. R. v. St. 1 April 1627). (3) Luitenant-kolonel op akte van Prins Maurits dd. 8 September (Res. S. G. en R. v. St. 20 December 1614), de commissie werd verleend bij Res. R. v. St. 22 Januari 1615. (4) Res. R. v. St. 15 Januari, Res. S. G. 26 Januari 1615. Zijn traktement ad 80 per maand zou eerst verleend worden bij het te velde gaan (Res. R. v. St. 17 November 1615) de vacature van oen tweede sergeant-majoor (John Coucke) werd niet vervuld. (1) Res. S. G. 5 en 25 Maart 1622. Zijn traktement werd in 1611 van 100 op 200 ter maand gebracht (Res. S. G. 27 Augustus en 5 September 1611). (2) Res. R. v. St. 18 Maart 1622. (3) Hij werd in 1619 om zijn lange, goede, getrouwe diensten begiftigd meteen gouden keten ter waarde van 700 (Res. S. G. 27 Augustus 1619). (4) Res. R. v. St. 21 Juli 1623, aanstelling van W. Proude, in plaats van St. Leger „die „dezelve plaetse heeft gequeten".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 204