182 Luitenant-kolonel: sir James Livingstone1625 sir John Seton (3). Sergeant-majoor: sir Henby Wektwoeth (4). 8. REGIMENT ESSES. Kolonel: 1624 Robeet Devebeux graaf van Essex (1). Luitenant-kolonel: sir Chaeles Rich (2). Sergeant-majoor: sir John Swinton (8). i. REGIMENTEN SCHOTTEN (1). De gedurende het Twaalfjarige Bestand opgemaakte staten van oorlog vermelden, in tegenstelling met andere vreemde troepen in Staatsoliën dienst, nauwkeurig het aantal in dienst zijnde compagnieën Schotten met de organieke sterkte, als S. v. o. 1610 1 compagnie van 200, 1 van 150, 1 van 100, 23 van 70 hoofden, samen 26 compagnieën. S. v. o. 1613 2 van 150, 1 van 90, 24 van 70 hoofden, samen 27 compagnieën. S. v. o. 1617 2 van 150, 5 van 120, 20 van 70 hoofden, samen 27 compagnieën. S. v. o. 1618 2 van 150, 17 van 70 hoofdensamen 19 compagnieën. 1621 2 200, 16 120 18 Het aantal compagnieën was gedurende de laatste jaren belangrijk verminderd, hetgeen aan den toestand der geldmiddelen moge te wijten zijn, waaruit tevens valt te verklaren waarom de in 1621 door kapitein David Pitcaien uit Schotland overgebrachte compagnie noch gerepartieerd noch bij een der twee in Staatschen dienst zijnde regimenten Schotten ingedeeld werd: ze bleef voorloopig zelfstandig (2). (1) Comm. S. G. 27 Augustus 1624. Oxford overleed als gevolg van overspanning bg don aanval op Terhegden. (2) Bes. B. v. St. 23 Juni 1625. (3) Bes. B. v. St. 24 Juli 1625. (4) Bes. B. v. St. 5 Augustus 1625. (1) Comm. S. G. 27 Augustus 1624. (2) Archief E. v. St. N°. 1908. (3) Bes. B. v. St. 19 Februari 1625. (1) In liet „War-office" te Londen bevindt zich een handschrift, getiteld „Historical „Record of the Scots Brigade, during a period of 250 years, from 1568 to 1818", welk handschrift niet aangehaald en gebezigd by de samenstelling van James Ferguson's „Papers illustrating the history of the Scots Brigade in the service of the United Nether lands, 1572—1782" vele belangrijke bijzonderheden bevat omtrent de krijgsverrichtingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 206