185 Jc. REGIMENTEN FRANSCHEN. Een resolutie der Staten-Generaal dd. 20 Juni 1609 betrof het reglement op het onderhoud der regimenten infanterie van CHaïiLLONBethune en de beide Fransche vanen in Staatschen dienst. De betaling geschiedde volgens overeenkomst van 22 Juni door Holland uit 's konings jaarlijksche subsidie van 600.000; ter verantwoording tegenover den koning had tweemaal 'sjaars een monstering plaats (1). Hoewel na den dood van koning Hendrik IV verandering in de geregelde toezending der gelden ontstond (zooals op bladz 21 e. v. nader is ontvouwd), voldeed de Repu bliek zoo goed mogelijk aan hare verplichtingen en bleef der regeering van Lodewijk XIII ter wille. De door het verdrag vanSt. Menehould (15 Mei 1614) tot stand gekomen verzoening tusschen de kroon en de misnoegde edelen stemden de Staten-Generaal gunstig om de benoeming door den koning van CHaïiLLON tot kolonel-generaal, van Courtomer tot luitenant-kolonel-generaal te erkennen (2); bovendien bewilligden zij de samenstelling van een derde regiment Franschen in Staatschen dienst onder kolonel Hauterive, mits zonder geldelijke bezwaren voor den lande. De commissie der Staten-Generaal voor Ch&tillon hield o. a. in „colonnel-general des gens de guerre a pied francois entretenus par Sa „Maj. en des provinces uniesque nous ayant este presente en „notre assemblee un Brevet du Roy Treschretien de France et de Navarre „date le lr de May dernier, contenant que Sa Maj., desirant recognoistre „Icelluy Sr. de Chastillon les grands et agreables services quil a „renduz au feu Roy de Treshaulte et Immortelle memoire et a luy dedans „et dehors son Royausme, icelle Sa Maj. par ladvis et prudent conseil „de la Royne Regente sa treshonneree dame et mere luy a accordé „Estat et charge de colonnel-general (8). De commissie voor den luitenant-kolonel-generaal Courtomer luidde in gelijken zin (4). De her vatting der vijandelijkheden in 1621 gaf den Staten-Generaal aanleiding om de Fransche regeering te herinneren dat Prins Maurits beschikte over alle militaire ambten, ook bij de Fransche korpsen. Zulks was te meer noodig, wijl de meeste Fransche hoofdofficieren meer tijd in hun vaderland dan bij hun korps in de Republiek doorbrachten (5)in zonderheid CHaïiLLONdie hoewel protestant in hoogen gunst des konings (8) Res. S. G. 25 Mei 1611. (9) Res. S. G. 10 Januari 1612. De compagnie van Buccleuch werd teruggebracht op 100, die van Henderson versterkt tot 150 man (Res. H. 13 Januari 1612). (10) Res. S. G. en Comm. S. G. 5 Februari 1614. H\j ontving tevens 4000 voor de waar neming van het kolonelschap gedurende twee jaren. Bjj Res. S. G. 11 Juni 1621 werd zyn traktement verhoogd tot 400 per maand. (11) Res. S. G. 11 November 1615. (12) Res. S. G. 1 en 2 October, 2 en 4 November 1619; 14 en 16 Juli 1620. (13) Res. S. G. 29 Augustus 1622. (14) Res. S. G. 12 Juni 1623.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 209