187 voerden, evenwel zonder commissie van den Raad van State te ontvangen, zooals het geval was met Vitenval (4) en La Case (5). 2. REGIMENT BETHUNE 1613 COURTOMER. (Tweede regiment van Deel II). Kolonel: Syrius de Bethune; 1613 Jean Antoine de St. Simon, baron van Courtomer (1); 1615 luitenant-kolonel-generaal. Luitenant-kolonel: Guillebert de Hallart (2). Sergeant-majoor: Francois d'Anchers (3); 1612 Pierre Raimond de Vurigne, heer van Roquelaure d'Aulange (4)1622 IsAac de Perponoher, heer van Maissonneuve (5). 3. REGIMENT HAUTERIVE. Kolonel: 1615 Franqois de Laubespine, heer van Hauterive, markies van Chateauneuf (1). (1) Zijne compagnie werd aangevoerd door den luitenant Jacques Dubefort, heer van Autièges (Res. H. 17 November 1611Res. R. v. St. 2 Augustus 1618). (2) Frontenacq was eerste hofmeester van Lodbwijk XIII (Res. S. G. 20 April 1617), op wiens aanbeveling do benoeming tot luitenant-kolonel plaats had (Ros. R. v. St. 20 April 1617); hij ontving traktement in weerwil van zijn verblijf aan het hof van den koning (Res. S. G. 5 Juli 1618). (3) Res. R. v. St. 26 Mei 1621. (1) Zie bladz. 74. (5) Res. S. G. 14 en 16 Juni 1621. Hij kreeg voor zijn diensten tijdens het beleg van Breda een vergoeding van 400 (Res. S. G. 25 Juli en 5 Augustus 1625). (1) Kolonel op aanbeveling van koning Lodewijk XIII (Res. S. G. 6 Februari 1613. De commissie hield o. a. in: „Messire Jean Anthoine de Sainct Simon, chevalier, seigneur ot „baron de Courtomer, Saintomer-eglise, Appeville et les Bohous, chastelain de Chenebiun, „Garonne, ville Parisit, conseillier du Roy Treschrestien en ses conseils d'cstat et pnve. „et gentilhomme ordinaire de sa cliambrecapitaine de 50 hommes d'armes de ses ordon- „nancesetccommission commo colonnel d'un regiment Francoispour servii "mesmos sur les navires de guerre sil soit bosoing 500 livres par mois de 32 jours Ie „mois, par dessus le traictement de sa comp. colonnelle" Comm. S. G. 19 Maart 1613). Hij verzocht om zijn traktement „accordé par le Roy" op den staat van oorlog te brengen en dit ook gedurende zijn afwezigheid uit te betalen (Res. S. G. 20 27 28 December 1622, 2 October 1624). (2) Zijne compagnie ging in 1618 over op zijn zoon Maurice (Res. R. v. fat. 4 Decern ei 1618). (3) De naam wordt ook gespeld Fkanqois d'Anciez (Res. S. G. 1 Juni 1611)Fkanqois d'Ainsy (Res. S. G. 18 Januari 1613), doch meestal Danchers; hij overleed in 1612. (4) Res. R. v. St. 18 Augustus 1612. De benoeming geschiedde op aanbeveling des konings en onder protest van den oudsten kapitein Joseph du Motet (Res. S. G. 13 en 21 Augustus 1612). Hij trad in 1616 in dienst van Venetië; werd 1622 bedankt voor zijne goede diensten en begiftigd met een gouden keten, ter waarde van 2400, en een medaille, onder belofte dat zijne vorderingen zouden voldaan worden als Frankrijk betaalde (Res. S. G. 22 en .31 April, 2 en 14 Mei 1622); zijne compagnie ging over op Jeremie de Neufchastel (Res. R.v.St. 18 Mei 1622). (5) Res. R. v. St. 25 Mei 1622.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 211