189
Sedert waren nog andere compagnieën aangenomen, waarvan in 1622
overblevenzeven compagnieënvroeger in dienst van denkeurvorst
koning Frederik van de Palts, drie uit Brunswijk en een compagnie
van 300 gelichte Nassauers door graaf Willem van Nassau, te samen
11 compagnieën, waarover Prins Maurits aan laatstgenoemden als kolonel
het bevel toevertrouwde.
In 1625 sloten de Staten-Generaal capitulaties met Hendrik Bodewijk
van Halzfeldt en Hendrik van Yicke tot het in dienst brengen van
twee regimenten, te samen 3000 man (1).
1. REGIMENT VAN GRAAF ERNST CASIMIR VAN NASSAU.
Kolonelgraaf Ernst Casimir van Nassau (1).
Luitenant-kolonel: Frans Huseman, overleden in 1614; 1614 Frederik
Pithan (2).
Sergeant-majoor: Frederik Pithan; 1615 Everard Hanecrot (S).
2. REGIMENT VAN GRAAF WILLEM VAN NASSAU.
Prins Maurits stelde graaf Willem van Nassau, zoon van graaf Johan
den Middelste, geboren 12 Augustus 1592, overleden 18 Juli 1642 als
veldmaarschalk der Republiekin 1621 bij hervatting der vijandelijk
heden herhaaldelijk aan het hoofd van eenige compagnieën Duitschers
en verleende hem in 1622 acte van kolonel voor elf compagnieën (1).
De graaf ontving voorloopig geen commissie; pas in 1624 werd hem
een traktement van 300 voor één jaar toegekend (2): dit feit, evenals
de niet-aanstelling van andere hoofdofficieren en de onvoldoende betaling
der Duitschers stonden in verband met den slechten toestand der geld
middelen.
3. REGIMENT HATZFELDT.
De 8000 in 1625 aan te nemen Duitschers zouden aanvankelijk inge
deeld worden in twee regimenten: het eene van 8 compagnieën onder
(1) Zie bladz. 170.
(1) David Machwitz commandeerde de compagnie van den graaf (Res. R. v. St. 4 No
vember 1623).
(2) Res. S. G. 9 Augustus, Res. R. v. St. 16 September 1614. Pithan viel door de overgave
van Gulik in ongenade en ontving geenerlei betaling meer (Res. R. v. St. 21 Juni 1623,
3 December 1625).
(3) Res. R. v. St. 4 Juli 1615.
(1) S. G. Lias loopende 1622, dd. 24 Juli.
(2) Res. S. G. 18 October 1624.