28 Juli 1609). Tegen het muiten vaardigden de aartshertogen den 12'den
December 1609 een plakkaat uit.
Over de „heerloose loopers" werd geklaagd door Gelderland (Res. S. G.
3 Juni 1609), de vorsten van Brandenburg en Nieuwburg (Res. S. G.
28 December 1609). De geweldige provoost werd gelast zich in persoon
met zijne ruiters en voetknechten naar de kwartieren van de Veluwe
en Nijmegen te begeven en de wegen tegen hen te beveiligen (Res.
S. G. 28 en 25 Juli 1609).
De ritmeester Jean Francois de la Salle dreigde in Mei een plundertocht
in het Oldenburgsche te ondernemenomdat aldaar twee zijner ruiters als
roovers waren terechtgesteld (Res. S. G. 2S Mei 1609)Gerard van
Warmelo, drost van Salland, dreigde met een dergelijken tocht in het
graafschap Mark (Res. S. G. 28 Juli 1609). Het garnizoen van Grave
ontzag zich niet bij gelegenheid der Udensche vee-jaarmarkt „op de
„passagen ende wegen (te) versperren, turberen, recherceren ende be
spieden, buiten de jurisdictie der Vereenigde Nederlanden" (Res. S. G.
4 November 1609). Het garnizoen van Hattem pleegde bij herhaling
„dieverijen ende insolentiën" (Res. S. G. 14 November 1609).
Aan de zijde der aartshertogen ging het op overeenkomstige wijze
toe (Res. S. G. 8 en 25 Augustus 1609).
AANTEEKENING N°. 3 (bladz. 6).
„Staet van den hohen Ampteren und officieren" (1).
Crystian furst zu Anhalt (2)Veldtherr generaell".
Pieter Barend baron van Sedlnitzky (3), „Wachtmeister generaell".
Frederik Pithan (3), „Leistenamptt Wachtmeister Generaell".
Abraham burggraaf en heer tot Dohna, Quartiermeister Generaell"
en „Presydent der Justiesz".
Wilhelmus Sylvius (3), „Berichttsscriber".
Rogier Matthlts(3), „Provost Generaell".
Hans Meynhard van Schoenberg (3 en 4), „Generaell Artellerie
Meijster" en „Generaell von Fortification".
Joost Nolde(3), „Yeldzeugmeister".
„Chur-Furstliche Brandenburgsche Infanterie", 1609 geworven (5).
Overste graaf Filips van Solms, i
Overste-luitenant Hans George Schepper (3)compagnieën.
Compagnie garde van markgraaf Ernst Filips van Branden
burg (6).
Overste Hildebrand von Kracht,
Overste-luitenant Stephan Gans von Potlitz (3)j 5 compagnieën.
„Chur-Furstliche Brandenburgsche Reutterey (5).
Overste Johan von Kettler, vrijheer van Monjoye, heer tot
Melrich(7), 3 compagnieën kurassiers.
204