219
geneesmiddel wisten, dan den Raad op te dragen „naeder op alles te
„willen letten". Noodzakelijke verbeteringen bij de cavalerie moesten
wachten, omdat „men ierst naerder behoort inne te sien de humeuren
„vande provinciën" (Res. S. G. 3, 9 en 17 September 1615). Zoo liep
het jaar 1615 ten einde met extra-ordinaris lasten over 1614 en 1615
ten bedrage van 1.099 029189 (Res. S. G-. 10 December 1615).
AANTEEKENING N°. 24 (bladz. 37).
De hertog van Bouillon was gehuwd met gravin Elisabeth van
Nassau, dochter van Prins Willem van Oranje; eene andere dochter
Charlotte Brabantine met Claude hertog de la Tremouille. Char
lotte Catharina de la Tremouille, zuster van laatstgenoemden, huwde
prins Hendrik I van Condé, hertog van Enghien. Eleonora, hunne
dochter, huwde prins Filips Willem van Oranje, hun zoon Hendrik II,
was gehuwd met de beeldschoone Charlotte Margarete de Montmorency,
op wien koning Hendrik IV van Frankrijk een welgevallig oog had laten
rusten, zoodat de jonggehuwden in November 1609 naar Brussel vluchtten.
Uit Brussel brachten zij een bezoek aan hun zwager Filips Willem te
Breda. Na den moord op Hendrik IV keerde Condé naar Frankrijk terug
en verzoende zich voor korten tijd met de nieuwe regeering. (Zie Bij
lage XI).
AANTEEKENING N°. 25 (bladz. 38).
De drie Nederlandsche gezanten naar Rusland en Zweden Reinoud
van Brederode (gehuwd met Geertruida, dochter van Johan van Ol-
denbarnevelt) dr. Dirck Bas en Albert Joachimi kregen behalve
hunne instructie, 8 a 9000 mede „omme die te employeren aen eenige
„rarieteyten oin die aen den grootfurst, den coninck van Sweden als
„anderssints te vereeren tot haerluyder discretie, ende sulcx dat d'eere
„van t'landt daermede mach werden bewaert" en bovendien voor eigen
veiligheid 6 korte en 6 lange roers (Res. S. G. 15 en 21 Augustus 1615).
De Czaar (grootvorst) verhief beide laatstgenoemde gezanten in den adel
stand.
AANTEEKENING N". 26 (bladz. 38).
Johan van Nassau-Siegen de Jonge (vergelijk noot 1 bladz. 26), zoon
van graaf Johan den Middelste en Magdalena van Waldeck geboren
den 25sten September 1583, trad achtereenvolgens in dienst van de Re
publiek (1)Savoye, Frankrijk en Spanje. Als afgezant van Savoye ontving
(1) Van 1609 tot 1618 ritmeester (vaan N°. 25). Zie over hem Mr. Groen's Archives f
Nouvelle série Tome II, lettres CCCLXI, CCCLXIa, CCCLXXIII en CCCLXXXIII.