hij van de Staten-Generaal een gouden keten ter waarde van 22.000 (Res. S. G. 20 en 26 Januari 1615), benevens vergunning tot uitvoer van 1000 ton 110.000 pond buskruit, 2000 witte corseletten als de piekeniers der garde van Prins Maueits droegen10.000 ijzeren kogels2000 pieken 2000 musketten met toebehooren volgens model dezer landen (Res. S. G. 27 April 1615). In 1617 ontving hij toestemming om hier te lande voor Frankrijk te lichten een compagnie van 100 kurassiers, die door ver anderden staat van zaken werd afgedankt, waarop hij moeite deed om de beste soldaten bij zijn Staatsche vaan te krijgen (Res. S. G. 4 Maart en o Mei 1617). In 1618 trad hij in het huwelijk met Eenestine de Ligne, dochter van prins Lamobaal en Maeia de Melun, ging over tot het Katholicismewerd markies van Monte Caballo en hoofd der R. K. tak van het Huis Nassau-Siegen. Hier te lande gaf men hem den bijnaam van „de Monnik Hij overleed den 27sten Juli 1638 als Spaansch generaal der cavalerie en ridder van het Gulden Vlies; zijn tak stierf in 1743 in de mannelijke linie met zijn kleinzoon uit. AANTEEKENING N°. 27 (bladz. 39). Spanje bracht, in strijd met beloften, een drie of viervoudig sterk garnizoen te Wesel, terwijl de rest van het leger der aartshertogen „bij „discretie is levende op het landt van Cleve" (Res. S. G. 6 Januari 1615), Burgers trachtten Goch, dat door Staatsche troepen bezet wasden vijand in handen te spelen (Res. S. G. 12, 14, 16 en 24 Maart; 4 April 1615). De abdij Siberch, beurtelings door Staatschen en door den vijand bezet, werd ten slotte neutraal verklaard (Res. S. G. 24 Maart, 2, 24 en 25 April; 14 Mei 1615). Klachten over de Staatsche troepen kwamen mede herhaaldelijk voor, waarop de Staten-Generaal lieten antwoorden, dat men geen reden van klagen zou hebben gehad, als de Spanjaarden uit deze streken waren weggebleven „die de soldaten van deser syden „quaet exempel geven". Toch werden tegen dit euvel eenige maatregelen genomen (Res. S. G. 4 en 15 Ajjril4 Mei13 Juli, 6 Augustus en 10 Septembei 1615). Toen Thomas van Stakenbkoeck commandeur van Grave mededeelde, dat de ruiterij van 'sHertogenbosch „is liggende ende „grasseiende op het landt van Ravesteyn ende alles opeetende ende rui gerende, sonder dat sij wille» verclaren off zij begeren te vertrecken „maer wel dat zy daerop willen blijven soo lange haer gelieft, also het „landt van Ravesteyn haer soo wel toecompt als ons" droeg men hem op om goed te zien „datter egheen datelyckheit en geschiede" (Res. S. G. 27 Maart 1615). Men kan hieruit opmaken, dat men moeite deed om geweld van wapenen te voorkomen. 220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 244