238 4 Nederlanders, onder welke Willem van Nassau, heer van de Leek, natuurlijke zoon van Prins Maurits, luitenant-admiraal van Holland. De Franschen voegden zich bij de compagnie van La Case, Willem van Nassau bij die van kolonel Morgan. AANTEEKENING N°. 56 (bladz. 96). De Eaad van State adviseerde omtrent de onbruikbaar of verloren ge raakte wapenen o.a.dattet buijten tgebruijck soude sijn dat men „de capiteynen nieuwe spiessen ende musquetten van slants wegen (sonder „corten) souden doen hebben voorde spiessen ende musquettendie aldaer „gebroocken worden ende dat principal om der consequentie wille, die „seer schadelijck soude vallen, soo d'Heeren schrijven, vermits eenijge „quade ofte oude wapenen hebbende d'selve geerne in stucken souden „slaen, om weder buijten sijnen cost nie.uwe te hebben, verclarende daerop „voor antwoort ende sustinerendenamentlijck, dat buijten alle redene „ware, oock noyt gebruyckelijck is geweest dat men een soldaet die zijn „wapenen cornen te breecken, te bersten ofte omstucken geschoten te „werden int doen van sijn debvoir tegens den vijant, twelck den noot „aldaer dagelijcx vereyscht, soude doen betalen ende affcorten, die wijle „t selve een soldaet soude ruineren ende geheel discouragerendat sij „nijet en hoopen de meyninge van Hare Hoog Mogende te syn." (Ees. S. G. 18 Augustus 1622). AANTEEKENING N°. 57 (bladz. 99). Het was niet altijd onwildikwijls ook onmacht om gelden op te brengen. Friesland was voor de betaling der Fransche korpsen nog 182.000 ten achterenzoodat de Eaad van State geen middelen vond om de compagnie ruiters van Villebon te betalen (Ees. S. G. 6 en 9 September 1622). Overijssel en Gelderland gingen gebukt onder de afpersingen des vijands. Behalve de gewone contributiën vorderde de vijand van burgers in besloten steden een maandelijksche bijdrage voor weidegelden. De Staten-Generaal besloten op overeenkomstige wijze te handelen in Brabant, Vlaanderen, Limburg en de landen van Overmaze (Ees. S. G. 23 en 27 September 1622). AANTEEKENING N°. 58 (bladz. 99). Deze troepen bestonden uit 16 compagnieën Spanjaarden van don Gonzales de Cordova, 38 compagnieën Italianen onder Carlo Spinelli en Jean Auguste de Capoua prins van Caspuli en Concamarkies van Campolatard, 28 compagnieën Walen onder Guillaume de Verdugo 13 compagnieën Bourgondiërs onder Claude de Eu baron van Balangon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 262