Hans Sigismund van Kettler, vrijheer van Montjoye, die in 1622 met kennis en op begeerte van de Republiek een regiment had opgericht moest op bevel van den keurvorst zijn compagnie afdanken, maar kon wegens gebrek aan fondsen voor afbetaling zijner soldaten niet aan het bevel voldoen (Res. S. Gr. 18 Mei, 3 Juli 1624, 22 Januari 1625). Hij viel hierdoor in ongenade en had de grootste moeite tot verkrijging van het hem toekomende (Res. S. G. 15 Juli 1626). AANTEEKENING N°. 71 (bladz. 122). De instructie voor Lubbert van Renssen, den Staatschen monster commissaris wordt aangetroffen in het Instructie-boek van den R. v. St. n°. 1881, fol. 175. De compagnieën van Karel Frederik van Inn- en Knyphausen te Gennep en van Guillaume de Viry te Emmerik werden afgedankt (Res. S. G. 24 en 29 October, 3 en 15 November; Res. R. v. St. 4 November 1624). De nieuwe samenstelling van het Brandenburgsche regiment (Reg. S. G. 28 October 1624) was als volgt: Ruiterij (3 compagnieën) overste Walraven baron van Gent Engelbert Charles (zoon van kolonel Lambert Charles), te samen 3 compagnieën. Regiment Infanterie (12 compagnieën) overste Walraven baron van Gent overste-luitenant Frederik van Flatten, overste-wachtmeester of sergeant-majoor Reijnout van Pletten- berg. De traktementen op Nederlandschen voet: overste 300, overste luitenant 100, sergeant-majoor 80, kwartiermeester 60, provoost 40. AANTEEKENING N°. 72 (bladz. 122). Toen in het najaar van 1624 keizerlijke ruiterij, zonder behoorlijke afrekening werd afgedankt, bood Spanje aan twee regimenten en eenige compagnieën van den baron van Anholt twee maanden soldij, mits overgaande in dienst des konings; de officieren behielden zich de vrij heid voor om te dienen, wien zij verkozen (Inv. krijgsgeschiedkundig archief, tijdperk II n'. 129, dd. 26 September; Res. R. v. St. 22 October 1624). De ritmeester Filips Ernst van IJsselsteyn trachtte 1000 ruiters voor den keurvorst van Brandenburg aan te nemen, maar de onderhande lingen mislukten. De Republiek kon slechts de officieren, die hunne diensten aanboden „in goede genegentheyd" gedenken (Res. S. G. 15 Novem ber en 13 December; Seer, Res. G. 13, 14 en 24 November; Res. R. v. St. 246 Frederik Quadt van Soppenbroeck

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 270