250 „Ende sal den wagenmeester letten dat int marcheren altyt twee ofte drie „wagens neffens den anderen marcheren daer den wech sulcx lijden kan. „Ende soo dickmael alsmen halte doet, sal hij de wagens altyt neffens „den anderen doen rucken, omme den tocht vande wagens te doen corten. „De wagens die achter de troupen marcheren met de ammunitie van „oorloge, sullen des avonts hun wederom vereenigen bij den train vande „artillerye, ende alle morgen als men gaat marcheren, wederom achter „haere troupen daer sij geweest zijn." AANTEEKENING N°. 75 (bladz. 129). De Britten vormden 4 regimenten Engelschen, onder den graaf van Lincoln, lord Thomas Cromwell, sir Charles Rich en sir John Bur roughs; 2 regimenten Schotten onder sir Andrew Gray en sir George Ramsay. De soldaten waren „pressed mensuch a rabble of raw „and poor rascals have not lightly been seenand go so unwillingly that „they must rather be driven than led" („Life and times of general sir „Edward Cecil"). Nog heden ten dage worden de veelal uit de onderste lagen der maatschappij aangeworven soldaten minder vleiend „Tommies" genoemd. De Fransche ruiters kwamen onder de bevelen van hertog Christiaan van Brunswi jk-Luneburg onlangs bij bezoek van Engeland verheven tot ridder van den kouseband. Tot de Duitsche infanterie behoorden de regimenten van de kolonels van Golstein (garde van Mansfeld) en Eusebius van Lauwijck; tot de Duitsche ruiters3 compagnieën garde voor Mansfeld hertog Christiaan en graaf Hendrik Mathias van Thurn (seer. Res. S. G. 9 November, 2 en 3 December). Hendrik van der Merwede kreeg vergunning om tijdelijk bij Mansfeld als kolonel en directeur van fortificatiën op te treden (Res. 8. G. 19 November en seer. Res. S. G. 21 November 1624). AANTEEKENING N°. 76 (bladz. 130). Acht soldaten ontvingen per hoofd voor betoonde dapperheid 25 en 50 traktementsverhoogingde luitenant Pacque een gouden medaille, ter waarde van 164, benevens de compagnie van wijlen kapitein Bernard van Blombergen (Res. S. G. 14, 19, 21, 22 en 26 Februari; Res. R. v. St. 15 Februari en 22 Maart); hij overleed een paar maanden later, waarna de compagnie overging op Johan van Dorp (Res. R. v. St. 28 Juli). De compagnie van Lambert Charles werd gegeven aan zijn zoon Engelbert, ritmeester in Brandenburgschen dienst (Res. R. v. St. 14 Februari). Kort vóór de overgave had de bezetting zich meester gemaakt van 217 musketten en 16 loopen, door de kooplieden Pieter Nessels en Joost Matena uit Essen verzonden met bestemming voor Amsterdamwelke wapenen nu ten deel vielen aan de overwinnaars

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 274