Jacques Wijts (3).
a. GENERAALS VAN HET LEGER.
1. Kapitein-generaals.
Prins Maurits, generaal van het veldleger
(sinds 1587), kapitein-generaal over het volk
van oorlog in Brabant en Vlaanderen (sinds
1588), zoo mede in de provinciën, waar hij
het stadhouderschap bekleedde (1).
Graaf Willem Lodewijk van Nassau, generaal
van het leger in de Noordelijke gewesten, zoo
mede in zijne stadhouderschappen. Hij werd
bij zijn overlijden (31 Mei 1620) als kapitein-
generaal van Friesland opgevolgd door zijn
broeder Ernst Gasimir, in zijne overige stad
houderschappen door Prins Maurits.
Op den dag van het overlijden van' Prins
Maurits 23 April 1625 verleenden de
Staten-Generaal aan zijn broeder Frederik
Hendrik commissie van kapitein-generaal en
admiraal over het volk van oorlog te water
en te land.
2. Sergeant-majoor-generaals van het leger.
15921610. Jhr. Pieter vrijheer van Sedlnitzky, overleden
13 Augustus 1610.
16101615. Onvervuld.
16151624. Adolf van Meeticercken (2).
(1) De Prins is wel opgetreden als kapitein-generaal (en -admiraal) der Unie, doch heeft
nimmer daarvoor commissie ontvangen.
(2) Res. R. v. St. 20 December 1614, 28 en 29 Januari 161-5, op een traktement van
A350 ter maand; bij Res. S. G. 26 Januari 1615 vastgesteld op Ai200doch te velde 300;
Res. S. G. 13 April 1620 gebracht op 300 ter maand. In 1624 wegens ziekte onbekwaam
zijnde om de betrekking te vervullen, legde hü deze neder en werd hoofd en superintendent
van den krijgsraad (Ros. R. v. St. 10 Juni; Res, S. G, 19, 22 en 27 Juni 1624).
(3) Res, R, v. St. 8 Juli 1624.