7 De eerste maatregelen betroffen bezichtiging der versterkte grens plaatsen. Prins Maurits, de graven Willem Lodewijk en Hendrik Frederik van Nassau, vergezeld van don Emanuel van Portugal en drie commissarissen uit den Raad van State vingen daarmede in den zomer van 1609 aan in Zeeland en Staats-Ylaanderen. De fortificatiën van Lillo moesten aanmerkelijk worden uitgebreid. Ook begon men met goedkeuring van koning Jacobus I den aanleg van een haven te Vlis- singen, nog altijd pandstad van Groot-Brittannië. De fortificatiën van het huis te Hemert werden geslecht en dit kasteel weder in handen gesteld van jhr. Johan Torck heer tot Hemert (1). Eveneens moesten de schansen van GroenendaalEmpelKnolschansAlemAlemersluis Lithoyen, Lith, Doeveren en andere in het kwartier van 's Hertogen bosch gelegen versterkingen gesloopt worden (2). Met den krijg in Duitschland in het verschiet voerde de vergadering der Staten-Generaal niettemin heftigen strijd tot vermindering der krijgs macht; ook later een gewoon verschijnsel in ons goede vaderland na het sluiten van vrede of wanneer de nood niet te na kwam. Men streefde naar reductie van 's lands militie door vermindering van het aantal hoofden bij elke compagnie en ontslag van eenige afdeelingen (3). Tal van afgedankte soldaten lieten zich aanwerven voor de vorsten van Bran denburg, Nieuwburg en koning Karel IX van Zweden (4). Compagnieën, wier sterkte bij de monstering minder bedroeg dan volgens bestelling, mochten alleen met bijzondere vergunning aangevuld worden, behalve de compagnieën Franschen, welke de koning onderhield (5). Dit alles zou wellicht een geregeld verloop hebben gehadwanneer de voorstellen aan de beslissing van een enkel lichaam waren onderworpen niet aan zeven bondgenootenvan welke enkele zich telkens onwillig toonden om de beurs voor „exhorbitante" uitgaven te openen. De ge volgen waren onzekerheid omtrent behoorlijke betaling der troepen en muiterij. Geld ontbrak tot betaling der ongerepartieerde compagnieën, zoodat de Raad van State moest verklaren de zaken niet langer te kunnen houden „buyten confusie ende verloop"; ophouden van betaling zou leiden tot „vuyterste gevaren ende periclen van eene onoverwinnelijke „confusie". Dientengevolge ontving de Raad machtiging om eene leening te sluiten tot betaling van een maand soldijdes gevorderd voor langer (1) Res. S. G. 7 October 1609. (2) Res. S. G. 7 November 1609. In het najaar gelukte het den aartshertogen om door list militaire bezetting te leggen binnen 's-Hertogenbosch. (3) De geappointeerde officieren van de afgedankte compagnieën ontvingen betaling tot 1 December (Res. S. G. 17 October 1609). (4) Zie Aanteekening N°. 4. (5) Res. S. G. 18 Augustus 1609.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 31