295 DE QUOTES. De quotes voor Gelderland en Overijssel bedroegen tot kort vóór het Bestand resp. 3 en ls/4 wegens het ophouden van contributie-betaling aan den vijand achtte men van deze provinciën een hooger percentage te kunnen vorderen en werden zij in 1613 dientengevolge verhoogd. De financieele toestand van Zeeland bij het einde van het Bestand noopte er toe om voor deze provincie op den staat van oorlog voor 1621 ver lichting aan te brengen, voornamelijk ten koste van Holland. Doch ook Gelderland en Overijssel bleken te hoog te zijn aangeslagen; in 1622 kregen zij mede vermindering. Dientengevolge bedroegen de quotes 12 Juni 1609: U/a 13l/2 53/4 lD/g 23'4 6l/2 percent; 13 Maart 16 1 3 51/2 37/10 percent; of per honderdduizend resp.5500, 57.142178, 11.000, 571458, 11.428—11, 3700, 5714—5—8. 1621: 55/8 583/g 97/8 57/8 ll3/4 33/8 57/8 pet. (1); of per honderdduizend resp.561261, 5S.31216, 9183154, 5827—2—7, 11.666—3—4, 3571—8—1, 5827—2—1. 1622: 4Q4 21/4. Dit beteekende vermindering voor Gelderland tot 4250, voor Overijssel tot 2250, zoodat een tekort ontstond van resp. 1362 en 1321totaal 2683 alles per honderdduizend. Aangezien de staat van oorlog voor 1621 in de eerstvolgende jaren geen verandering ondergingeen nieuwe groote verdeeling ook niet werd vast gesteld strekte het tekort tot vermeerdering der financieele verwarring. Gelder- Holland Zeeland Utrecht Fries- Over- Gronin- land land ijssel gen (1) Totaal 10074, dus '/4% te voel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 319