Een poging van graaf Enno om in 1615 met het graafschap „geïncor poreerd te worden in de Unie van haer Ho. Mo." stuitte af op het niet eens kunnen worden omtrent de quote (1). Feitelijk had Oost Friesland alle zelfstandigheid verloren en moest zich aan de te 's-Gravenhage genomen beschikkingen houden. De Staten- Generaal machtigden in 1618 Willem Coenders om het hem door den graaf aangeboden drostamt van Leer te aanvaardenmet behoud van zijn compagnie en commandementnoch hij, noch kapitein Erentreyter mochten zich echter met binnenlandsche aangelegenheden bemoeien (2). Toen ten gevolge der gevangenneming van graaf Enno door de ridder schap en de stad Emden interventie noodzakelijk bleekzonden de Staten- Generaal oorlogsschepen naar de Eems en maakten eenige compagnieën marschvaardigwelke druk voldoende was om den graaf zijn vrijheid te bezorgen, zonder dat echter de tweedracht ophield (3). Terwijl de Mans- feldsche troepen het ongelukkige Oost-Friesland nieuwe beproevingen op legden moest graaf Enno wegens ziekte de belangen van zijn Huis over laten aan zijne zonen Rudolf Christiaan en Ulrich. Hij overleed den 29sten Augustus 1625. 304 (1) Rss. S G. 27, 30 en 31 Juli, 12, 13, 19 en 20 Augustus 1G15. (2) Res. S. G. 14 en 16 Februari8 Augustus 1618. (3) Res. S. G. 24 October, 14, 15, 27—29 December 1618; 2 en 28 Januari 1619.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 328