30? verzocht de agent Christofforo Suriano in Augustus 1616 te 's Graveil- hage medewerking en hulp van de Staten-Generaal tot aanwerving van troepen op hun grondgebied en in de aangrenzende streken (1). Zij veroorloofden aan graaf Johan Ernst van Nassau, kolonel van het regiment Walen, om tijdelijk in Venetiaanschen dienst te treden, onder opmerking aan den gezant „nonobstand qu'il est un des plus vaillants, „habiles, et experimentez chefifs de guerre que nous avons en notre „service, et tellement qualifé personnage qu'il a esté le plus souvent „employé en noz plus importantes affaires de guerres, pour son bon et „prompt jugement en factions de guerre, tellement que fort difficilement „nous nous en pouvons passer" (2). Graaf Johan Ernst zou het opperbevel krijgen over 3100 man, verdeeld in twee regimenten, de compagnie-colonnelle van 200, en 9 compag nieën van 150 hoofden: één onder zijn persoonlijk bevel met sir John Vere als luitenant-kolonel, het andere onder Pierre Raimond de Vu- rigne, heer van Roquelaure (3), en Steven Jansz. Coop als luitenant kolonel. Louise de Coligny had gehoopt, dat men haar zoon Hendrik Frederik zou kiezen; op haar kosten werd nog een compagnie van 150 man [opgericht, de 21ste, „la compagnie della principessa d'Oranges"; maar prins Maurits wilde zijn neef Johan Ernst geen afbreuk doen. Zijn acte of instructie hield o.a. in dat geen soldaten in dienst en eed van den lande mochten worden aangeworven; een of twee predikanten zouden méégaan „ende sal voorts sijner edelheid bij alle occurentien ende „exploicten van oorloge hem mannelyck ende courageuselyck dragen „ende houdenende des Lands ende sijner reputatie ende eere betrachten „gelijck Haere H. M. sijnder Ed. dat vastelijck toebetrouwenmitsgaders „dat bij de hoofd-offlcierencapiteynen, officieren ende soldaten van de „compagnien insgelijcx sal vermaenenhun mannelyck te gebruycken „opdat sy daerdoor te meer mogen vermeerderen den roem van vromicheyt „dien dezer Landen crijchsvolck in vreemde landen gedurende de voor rende oorlogen vercregen heeft" (4). Een commissaris van de monstering moest het oog houden op de werving (5). Aan de officieren werd ver gund om tijdelijk in vreemden dienst over te gaan (6). Toen Suriano de Staten-Generaal kwam bedanken voor de betoonde welwillendheid, deelde hij tevens mede, dat de doge ter eere dezer landen aan graaf (1) Res. S. G. 18 Augustus 1G16. (2) Res. S. G. 29 en 30 September, 1 October 1616. Graaf Johan Ernst geboren 21 October 1582, was de oudste zoon van Johan den Middelste, graaf van Nassau—Siegenzijn jongere broeder Willem, geboren 12 Augustus 1592 In 1633 veldmaarschalk dor Republiek, trad mede in dienst van Venetië. (3) Roquelaure was sergeant-majoor by het regiment Courtomer. (4) Res. S. G. 3 October 1616. Onder „vromicheyt" verstond men „dapperheid". (5) Res. S. G. 29 October 1616. (0) Res. S. G. 101527 en 28 Oetobor 1616. Onder de kapiteins bevond zich Reinodd hoer van Cloetingen, oen ochto Bhfjjerode en Lodewijk van Brederode, gesproten uit bast aardij. Eerstgenoemde sneuvelde in 1618 by het beleg van Gradisca

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 331