39
's-Gravenhage. Raadden de Staten-Generaal tot vrededan wenschte Savoye
aan de door hen te sluiten traktaten deel te nemen; raadden zij tot
voortzetting van den oorlog, dan vroeg Savoye soldaten en krijgsbe
hoeften. Nog gedurende de onderhandeling kwam tijding omtrent den
te Asti gesloten vredede Republiek was daarmede geenszins ingenomen
hoe meer Spanje elders werd bezig gehouden, des te rustiger bleef 't op
onze grenzen (1).
Brandstof voor twist was er te over, vooral in de landen der possedee-
rende vorsten, waar de Republiek ongeveer 70 compagnieën voetvolk en
eenige ruiterij onderhield. Enkele vanen hadden de Maas wegens den hoogen
waterstand niet kunnen overschrijden en zich op verren afstand van fourage
en andere behoeften moeten voorzien. De overige ruiterij4 afdeelingen
van ongeveer 200 paarden bedreef volgens den aartsbisschop van
Keulen groote buitensporigheden in de landen van Westfalen en
Keulen. De Staten-Generaal beloofden hunne troepen te bevelen zoo min
mogelijk schade en overlast te berokkenen; te gelijkertijd herhaalden zij
hunne waarschuwingen aan de belanghebbenden om de erflanden in der
minne te verdeelen. De Republiek beschikte over een leger van 18000
man infanterie en 3000 paarden, hetgeen haar alleszins in staat stelde
om den Spaanschen invloed te breidelen en de rol van scheidsrechter te
vervullen (2); aan eene vredelievende oplossing viel niet te denken; voor
de Staten-Generaal bestonden rechtmatige oorzakentot wantrouwen (3).
Men besloot Gulik te voorzien van krijgsbehoeften en in de frontier-steden
het onbekwaam gebleken buskruit „te reformeren ende goet te maecken" (4).
Voorts werden, behalve Gulik en het huis ter Rheydt (of Rhede), ook
Rees en Emmerik op kosten der Generaliteit aanzienlijk versterkt (5).
Van verschillende zijden werden pogingen aangewend om het Staatsche
leger het Duitsche gebied te laten ontruimen. Frankrijk en Groot-Brit-
tanniö zonden zelfs gezanten naar 'sGravenhage om den datum te be
palen, waarop de Staatsche troepen uit het Cleefsche en Guliksche zouden
terugtrekken. Doch de Republiek kon daarin niet treden, alvorens het
traktaat van Xanten ten volle zoude zijn uitgevoerd; anders bleef de
verdeeling aan de beslissing des keizers overgelaten en de uitslag niet
twijfelachtig. Bovendien dreigde bij ontruiming de zaak van het pro
testantisme in de bezette streken reddeloos verloren te gaan. De ge
zanten van beide mogendheden vereenigden zich dan ook ten slotte
met de zienswijze der Staten-Generaal (6).
Weinige maanden later deden Prins Maurits en de Raad van State in
(1) Res. S. G. 7 Juni en 23 Juli 1615.
(2) Res. S. G. 21 en 22 Januari, 10—12 Februajri 1615.
(3) Zie Aanteekening N°. 27.
(4) Res. S. G. 18 en 28 Februari 1615.
(5) Res. S. G. 10 Maart 1615.
(6) Res. S. G. 24 Februari, 21, 25 en 26 Maart 1615.