61
dat in weerwil van Oldenbarnevelt's valde door hem gevoerde Staat
kunde in gelijken zin zou voortgezet worden.
I. DE LAATSTE JAREN YAN HET BESTAND.
AANVANG VAN DEN DERTIGJARIGEN OORLOG IN DUITSCHLAND.
Het machtige Spanje vormde met Italië, Oostenrijk en Polen het
bolwerk voor het katholicismeallendie zich door de katholieke coalitie
bedreigd zagenzochten en vonden steun bij de jeugdige Republiek der
Vereenigde Nederlanden. Frankrijk was machteloos door inwendige ver
deeldheid (1); de koning van Groot-Brittannië alleen in naam pro-
testantsch toonde meer geneigdheid tot uitbreiding der rechten van
de kroon dan voor republikeinsche denkbeelden.
Wij zullen niet in bijzonderheden uitwijden omtrent den steun der
Republiek door geld en oorlogsbehoeften aan bevriende vorsten en
staten (2). Militaire steun verleende zij alleen aan keurvorst Johan
Sigismund van Brandenburg om hem in zijne nieuw verkregen weste
lijke landen te handhaven. Vooral Diederik Sticke, de Nederlandsche
resident aan het Brandenburgsche hof, werkte krachtig mede tot grond
vesting der Pruisische monarchie (3). Overwegend was de invloed der
Vereenigde Nederlanden in Oost-Friesland, waar Staatsche compagnieën
Emden en Leeroord bezet hielden. In andere Duitsche staten trad de
Republiek bemiddelend op, ook toen een oorlog dreigde tusschen Dene
marken en Zwedentot behoud van vrede tusschen allendie schenen
geroepen te zijn om elkander te ondersteunen. In Bohemen hoopten
zich echter brandstoffen voor den krijg op.
In de propositie totte consenten" van den Raad van State heette t,
dat de koning van Spanje een groote krijgsmacht onderhield „nu int
„eene quartier van christenrijckende dan in het ander, onder verscheij-
„den pretexten"dat Venetië in welks dienst nog altijd Nederlandsche
soldaten en schepen stonden troepen op de grenzen van Milaan ver
zamelde, Savoye zijn meeste krijgsvolk uit Italië naar Bohemen zond
tot hulp van het Huis van Oostenrijken de toestand in de landen van
Gulik en Cleve veel zorg vereischte. De Raad van State vond daarin
terecht redenen tot aansporing om niet tot vermindering van het krijgs
volk over te gaante minder wijl zoo noodig aanvulling alleen met
groote moeite en kosten zou kunnen geschiedenook verlangden zij de
bidets aan te houden „sonder dewelcke de Ruyterie, wesende de princi
pale forse vant landt, buyten rigeur ende genoechsaem lam is"; ein
delijk, de noodige zorg te wijden aan de fortificatiën binnen- en buiten-
(1) Zio Aanteekening N°. 38.
(2) Zie Bijlage IX.
(3) Sticke overleed in 1019.