pest te lijden luid. Den Di'ins niet kunnende noodzaken om liet beleg
op te breken, trok de vijand over Meerle, Hilvarenbeek en Oorschot
naar Eindhoven, waar hij op 18 Augustus aankwam. Middelerwijl
zond de Prins 41 compagnieën infanterie onder de kolonels Pi.tnssen en
Wijnbergen naar den Hemertschen waard, belastte den kolonel Rand-
wijck en 7 compagnieën cavalerie met de bescherming der onderwa
terzettingen bij Grave en in den Bommelerwaarden liet voeling met
den vijand houden door den luitenant-generaal Stakenbroeck met 40
vanen, zoodat hij, wat de cavalerie betreft, slechts bleef beschikken
over zijn eigen vaan, die van Charnacé, de regimenten Bouillon,
Bruchem, Rijngraaf van Salni en IJsselstein (1). De vijand trok bij Gennep
over de Maas, maakte zich den 19den Augustus meester van Venlo en
op 3 September van Roermond (2). In weerwil van 's vijands nabijheid
bleven vele kapiteins uit Maastricht en de genoemde steden afwezig;
toen de Staten-Generaal hen bedreigden met cassatie als zij niet binnen
veertien dagen op hunne posten terugkeerden, waren Venlo en Roer
mond reeds gevallen (3). Men trof doeltreffende maatregelen tot be
houd van Maastricht en der door Staatsche troepen bezette steden en
sterkten aan den Rijn.
Hot beleg van Breda maakte trots moeilijke omstandigheden voort
gang de aanvoer van buskruit geschiedde ongeregeld de admiraliteit van
Amsterdam hield het zenden van matrozen „om te helpen regieren het
„geschut op te baterijen" tegende voor bewoners van Bergen-op-Zoom
Eindhoven en andere plaatsen voordeelige handel van levensmiddelen met
het vijandelijke leger moest belet worden gezwegen nog va,n voort
durend gebrek aan geld en de vruchtelooze pogingen der gedeputeerden
te velde om fondsen te bekomen. Niettemin konden in den nacht van
19/20 Augustus de aanvalsloopgraven geopend worden. De Fransche
gezant Charnacé, die in den nacht van 27/28 Augustus als Staatsch
kolonel „de wacht hadde ende goede devoiren dede" ontving verwon
dingen, die nog niet genezen waren, toen hij op 2 September sneuvelde;
den kolonel George Goring werd het „been ontstucken geschoten" zonder
dat hij het moest missen (4). De aanbesteding van belangrijke werken,
als de aanleg van dammen en galerijen in de grachten, van batterijen,
enz., mede het wegens den hoogen waterstand noodzakelijk verleggen
van do Mark en de Weerreis buiten om het leger, geschiedde in bijzijn
van den Prins, zoo eenigszins mogelijk met contante betaling (5). Op
(1) S. G. Lias loopende 16.'i7 dd. 1,3, 15 en 19 Augustus, Res. S. G. 18 Augustus.
(2) S. Cr. Lias loopende 1637 dd. 2, 3 en 28 Augustus, 11 September, Res. S. G. 20
Augustus, 14 on 7 September, Res. R. v. St. 25 Augustus. Zie Aanteekening N°. 45.
(3) S. G. Lias loopende 1637 dd. 27Res. S. G. 29. Augustus.
(4) Ros. It. v. St. 29 Juli, Res. S. G. 31 Juli, 1, 12—14, 24 Augustus, Lias loopende 1637
dd. 19 on 28 Augustus, 2 en 4 September.
(5) S. G. Lias loopende dd. 31 Augustus, 9 en 13 SeptemberRos. S. G. 10 September.