105 van vuurmonden kregen elk de opdracht tot het lichten van „60 koppen „om int leger te dienen tot regieringe vant geschut". Nicolaas Hamel, kapitein van de töchtpaarden, moest zorgen voor 7C0 paarden en 17 con ducteurs, Thomas van den Honebt, wagenmeester-generaaldat den 20sten Mei te 's-Hertogenbosclr 900 legerwagens gereed stonden, elke met 3 trekpaarden, waarbij 36 conducteurs, 2 hoefsmeden en 2 rader makers met hunne knechts, 1 meester-touwwerker, hetgeen een bedrag van 9.000 vorderde: later zou blijken, dat de trekpaarden waren „slecht, faute van voorgaende quade betalinge" (1). Na de geldelijke aangelegenheden ernstig bij Hunne Hoog Mogenden te hebben aanbevolen, begaf prins Fkederik Hendrik- zich op 25 Mei naar de bij Lith en Lithoyen gelegerde infanterie en artillerie om ze spoedig bij de Nassau-schans op het eiland Voorne te laten embarkeeren (2). Graaf Hendrik Casimir aanvaardde het bevel over de garnizoenen Arn hem, Nijmegen, Grave en Emmerik, tot waarneming der bewegingen van den markies van Lede aan de Maas, waartoe 32 compagnieën bij Nijmegen waren ingescheept (3). De schepen met de voorhoede onder den veldmaarschalk graaf Willem van Nassau bereikten op 12 Juni Bergen-op-Zoom, de Prins met de achterhoede de Mosselkreek, tusschen Tlrolen en St. Philipslandde ruiterij en de wagens kwamen uit 's-Her- togenbosch naar Wouw en omstreken (4). Om Antwerpen te kunnen belegeren, moest men allereerst den linker Schelde-oeverhet land van Waes, bezetten. Daartoe landde de veldmaarschalk met 9 regimenten, 64 compagnieën voetvolk, 4 com pagnieën paarden, 500 bootsgezellen met geschut bij Liefkenshoek, be zette op 15 Juni den Kruisdijk en het terrein tusschen de forten Calloo en Verrebroek, waar kolonel Erentreyter het bevel- voerde over den rechtervleugel. Men groef zich terstond in; doch de stelling was voor de beschikbare troepen te uitgebreid, hetgeen aanstonds bleek bij eene schermutseling op 17 Juniwaarbij ook 's graven eenige zoon Maurits Fke derik sneuvelde (5). Wijl de Prins geen versterking zond, besloot graaf Willem den 21sten naar den Doel terug te trekken, hetgeen door het breken van een op twee pontons rustende noodbrug niet geregeld ge schiedde. De vijand bemerkte zulks en viel terstond op drie plaatsen aan, bij Verrebroek, Be veren en Calloo, waardoor een ware paniek ont stond. Velen verloren het leveno. a. luitenant-kolonel James Henderson (1) Res. S. G. 11 Mei, Lias loopende 1638 dd. 1 Juni, Res. R. v. St. 12 Mei. (2) Res. 8. O. 30 April (benoeming van gedeputeerden te veide), 23 Mei (afkondiging van vrijlegor), 25 Mei, 7 Juni, Res. R, v. St. 24 Mei 1638. (3) Res. S. G. 12 en 18 Juni, Lias loopende 1688 dd. 30 Juni. (4) Res. S. G. 12 Juni. De paarden van vele officieren waren niet bp de compagnieën aanwezig (Lias loopende 1638 dd. 12 Juni). (5) S. G. Lias loopende 1638 dd. 14, 15 en 18, Res. S. G. 1(1, 21 en 23 Juni. Madmits Eeediïrikgeboren in 1021, was kapitein dor infanterie (Ros. R. v, St. 27 Mei 1636, op acte van 25 September 1635). Zio Aanteelcening N°. 46,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 125