109 Terecht, maat- te vergeef* klaagden de gedeputeerden dat 't „aenstoo- „telick is voor Sijne Hoocheyt ende het gansche leger dat men in een „notabel exploict van oorloge sicli souden ernbarqueren sonder voorraet „van penningen te sien". Ook kon onder deze omstandigheden het aanbod der Hessen tot het bewijzen van een „ruiterdienst" niet aanvaard worden; men bedankte hen, voorgevende geen kans te willen scheppen om met den keizer „in dispuyt" te geraken (1). Het „notabel exploict" vereischte vervoer der troepen naar Staats- Vlaanderen. Terwijl de transport-vloot zich op 14. en 15 Juni bij Bergen- op-Zoom bevond, ontving de Prins tijding omtrent de groote nederlaag der Franschen bij Thionvillegeenszins opwegende tegen de verovering van ITesdin op 1 Juli. De kardinaal-infant was toch bij machte om aanzienlijke versterkingen naar Antwerpen te zenden, waardoor in het „dessein" van Zijne Hoogheid verandering moest komen. De tocht ging niettemin door. Op 18 Juni ontscheepte het leger bij Philippine, waar het noodige graafwerk voor de retranchementen „bij de soldatesque „buyten coste vant land" verricht werd. Het Spaansche leger onder den hertog van Feria bevond zich bij Zelzaete, hetgeen versterking dei- garnizoenen van Axel en Neuzen noodzakelijk maakte; voorts nam men een „confondent persoon" in dienst om uit het vijandelijke leger te melden hetgeen daar voorviel; een reeds meermalen toegepaste maar thans voor 't eerst in een resolutie opgenomen maatregel (2). De weder zij dsche legers kwamen in Vlaanderen niet met elkander in aanraking, zoodat de Prins besloot de Staatsoliën naar een meer verwijderd oord te voeren. Na terugkomst der schepen, die het geschut en een deel van den trein naar Bergen-op-Zoom hadden getransporteerd, volgde op 31 Juli de inscheping van het leger, met bestemming naar Mook, van waar het, over Birthen (bij Xanten) marcheerende, den 16den Augustus bij Rijnberk aankwam en onmiddellijk overging tot beveiliging tegen een „subiten aenloop" van den vijand. De Prins hoopte zich meester te maken van Clelder en andere voordeelen te behalen (3). Ter voorbereiding had hij, toen het leger zich nog bij Voorne bevond, aan graaf Hendrik Casimir met het grootste deel der cavalerie opgedragen om de bewegingen van afzonderlijke Spaansche korpsen, vooral dat van den markies van Lede, hetwelk zich tusschen Roermond en Venlo ophield, gade te slaan. Blijkens berichten van de „kontschappers" veranderde de markies aan houdend van kwartier, niet zoo zeer om tactische redenen dan wel (1) Ros. S. G. 19, 2i, 23 en 30 Mei, 18 Juni, Lias loopende 1G39 dd. 27 Mei, 4 en 7 Juni, Ros. R. v. St. 21 en 24 Mei (vrjjleger b;j Lithoyen). (2) S. G. Lias loopende 1639 dd. 12, 15, 18, 23 en 27 Juni, 10 Juli, Res. S. G. 18, 20 en 22 Juni, 2, 9 en 13 Juli. Prins Franoois Ti-iomas van Savoye was in Februari uit Brussel naar Italië vertrokken. (3) S. G. Lias loopende 1639 dd. 26, 28 en 30 Juli, 9, 12, 16, 20 en 27 Augustus, Res. S. G. 12 en 17 Augustus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 129