117
Mei te Lokeren en marcheerde twee dagen later over Gent naar Marien-
boom, terwijl de markies van Fondrato met 13 compagnieën paarden
den Prins over Gent en Zelzaete in den rug bedreigde. Een verkennings
detachement uit Maastricht ontdekte tusschen Etten en Teteringen een
met oranje-sjerpen getooide compagnie vijandelijke ruiters, strekkende
tot geleide van 70 karrenwaarop met biezen gevulde zakkendienende
tot het slaan eener biezenbrug. De sergeant-majoor Erasmus van
Falcicenhaen berichtte dat in denzelfden tijd een gros van 3000 man
infanterie en 2000 paarden van Zundert in noordwaartsche richting mar
cheerde blijkbaar om Breda te verrassenwelk voornemen door de waak
zaamheid van het Maastrichtsche detachement werd verijdeld. Om her
haling te voorkomenzond de Prins kolonel Hauterive met 25kolonel
Huygens met 7 compagnieën naar de westkust van Brabant (1).
Den 29sten Juni brak het leger op van Maldeghem, voor zes dagen
van levensmiddelen voorzien. De Prins bedoelde een aanslag op Hulst
en liet den lsten Juli de troepen te Philippine inschependen volgenden
dag naar St. Anna onder zeil gaanwaarheen hij graaf Hendrik Casimie
met zijne brigade reeds van Assenede had uitgezonden. Deze begaf
zich naar de Moervaartde inmiddels terug ontboden kolonel Hauterive
maakte zich van het nabij Hulst gelegen fort Nassau meester, terwijl
de Prins het hoofdkwartier vestigde te Kuitaard, een gehucht aan den
weg van Hulst naar het veer van Walsoorden. In den nacht van 3 op
4 Juli gelastte de Prins aan graaf Hendrik Casimir om met zijn regiment
Duitschers, de regimenten Erentreyter en Schwartzenberg de cava-
lerie-regimenten Ijsselsteijn en La Force, samen 12 compagnieën
paarden, een aanval te doen op de redoute de Moerschans, gelegen
op een kwartier afstand van het fort Nassau. Onverwacht viel de mar
kies van Fondrato uit de richting van St. Jan Steen te midden der
aanvallers, met gevolg „datter pesle mesle gevochten is" gedurende
drie kwartier, zonder dat een der partijen zich de overwinning kon toe
schrijven. Yan de Staatschen vielen 125 officieren en minderen, 241
waren gekwetstonder de eersten telde men luitenant-kolonel Machwitz
en sergeant-majoor Keller van de Duitschers, Everhard van Haren,
kapitein van 's graven gardeen twee andere kapiteinsde ritmeesters
Franckenberg en Bolswing (2); onder de doodelijk gekwetsten den rit
meester van der Wengen en graaf Hendrik Casimir, laatstgenoemde
door een pistool-kogel, gaande „door de gordel ende slinckersijde dicht
„tusschen het ruggraet ende eerste ribbe". Onvoldoende chirurgische
behandeling had op 12 Juli te St. Anna den dood van den graaf ten
(1) S. G. Lias loopende 1640 dd. 29 Mei, 19-21 Juni, R. v. St. Lias idem dd. 17 Juni,
Res. S. G. 25, 29 Mei en 19 Juni. Falckenhaen was commandeur van Breda.
(2) Bolswing verbastering van Bodelschwing. Met Franckenberg (vaan N°. 15) vergiste
men zichliij genas van zijne wonden,