129
gerechtigheid granen aan te schaffenverboden de Staten-Generaal bij
plakkaat den toevoer van koren naar het leger; mede vaardigden zij een
plakkaat uit „tegens godtloose Vloeckers ende Lasteraers in 't Leger" (1).
Graaf Willem van Nassau overleed op den 18den Juli te Orsoy; als
veldmaarschalk werd hij vervangen door Johan Wolfert van Brederode,
sinds 1636 weduwnaar van diens zuster Anna Johanna in 1638 hertrouwd
met gravin Louise Christina van Solms schoonzuster van prins Frederik
Hendrik (2). Door zijne bevordering kon Brederode het grootmeester
schap der artillerie niet langer waarnemen voor den zenuwzieken titularis
Adolf Filips van Hornes heer van Loeres. Zijne vervanging stelde weder
de nadeelen van den regeeringsvorm in het volle licht; op aanbeveling
toch van den Prinsgedeputeerden te velde en zes provinciënverleenden
de Staten-Generaal commissie voor de opengevallen waardigheid aan
graaf Johan Alrrecht van Solms; maar Holland protesteerde, verklaarde
de benoeming niet te erkennendoch te bestemmen voor den uit
Brazilië terug te verwachten graaf Johan Maurits van Nassau, die
als kapitein-generaal een te hooge waardigheid had bekleed om in het
vaderland hoogstens den staat van kolonel over het regiment Walen te
voeren (3).
Prins Frederik Hendrik was den laatsten tijd te Botbergen vrij
ernstig ziek geweest; „godtloff wat gebetert sijnde", liet hij op 16 September
het leger over Sonsbeek en Goch naar Gennep marcheeren, waar het
een week bleef om zich den 26sten bij Oosterwijk te vestigen. In
verband met de nieuwe troepenopstelling kwamen paardenposterijen
's Gravenhage—Nijmegen en 's Gravenhage—'s Hertogenbosch tot stand.
Ie zelfder tijd verplaatste zich het Spaansche leger onder Fontaine van
Blerick naar Lier, terwijl het Fransche van Guebriantmet achterlating
te Dieren en Kempen der dertig voormalige Staatsche compagnieën, van
Holten bij Aken naar de voogdij van Gelder trok (4). De keizerlijken
maakten zich in den aanvang van October meester van de stad Dieren,
waar veertien van die compagnieën in garnizoen lagenzij „devaliseerden"
allen, die niet bij hen in dienst wilden treden en namen de officieren
gevangen, alles in strijd met de capitulatie, zonder dat de Staten-
Generaal er zich het minste van aantrokken.
9
(1) G. P. B. I 2298 dd. 6 Augustus, G. P. B. II 162 dd. 19 Juli 1642.
(2) Res. S. G. 26, 28 en 31 Juli 1642. Graaf Willem werd voorts vervangen: als gouver
neur van Sluis door Frederik Magnus, Wild- en Rijngraaf van Salmals kolonel van zijn
regiment Duitschers door Eustatius Puchler, als kapitein der compagnie-colonnelle door
Berxard van Pooser (Res. R. v. St. 8 Augustus, op acte van 26 Juli 1642), als ritmeester
door graaf George Frederik van Waldeck, als kapitein zijner Zeeuwsche compagnie infan
terie van 150 hoofden door don Rijngraaf voornoemd (Comm. R. v. St. 9 Januari 1643), als
kapitein der compagnie vuurroers door Johan Diedeuik Bouman.
(3) Res. S. G. 31 Juli. 2 Augustus, Res. H. 30 Juli, 1 en 2 Augustus 1642.
(4) S. G. Lias loopende 1642 dd. 15, 22, 29, 30 September, 8 October, Res. S. G
*-2 September, 2, 3, 6, 7 October, Res. R. v. St. 24, 28 September en 14 November.