138 a. Ruiterij. 1 compagnie kurassiers van Zijn Hoogheid van 150 paarden, 1 harquebusiers 100 41 compagnieën kurassiers80 25 harquebusiers80 x/2 compagnie karabiniers van Zijn Excellentie, Stadhouder van Friesland50 68x/2 compagnieën, te samen uitbrengende. 5580 kostende in het jaar1.683.91816 b. Voetvolk. 1 compagnie garde van Zijn Hoogheid van 400 hoofden, 32 compagnieën150 434 80 60 vuurroers van graaf Johan de Hoenes. 467 compagnieën en 60 vuurroers, te samen uit brengende 39980 kostende in het jaar5.101.04315 derhalve met de cavalerie1.683.918—16 Te samen 6.784.96211. De Raad van State voegde den geredresseerden staat bij hare petitie tot de consenten voor het volgende jaar (1644), waarin met het oog op de onderhandelingen te Munster nadrukkelijk voorkwam: „soo isser niet, „dat Ho. Mog. honorabelder ende sekerder conditiën kan doen hebben, „als dat Uwe Ho. Mog haer in goede postuyre stellen, om den oorlogh „te continueren". De Raad begreep daarbij de indienststelling van 6000 waardgeldersmaar verminderde dit getal ter bevordering van de inwilliging tot 4000, waarvoor de onkosten gedurende vier maanden de 200.000 niet zouden overschrijden. Holland stemde toe, doch slechts voor twee maanden. Toch bleven de waardgelders vier maanden in dienst en werden pas in October, na afloop van den veldtocht, ontslagen (1). De geredresseerde staat van oorlog, ontworpen voor den tijd van vrede of bestandbevatte natuurlijk niets omtrent de ongerepartieerde com pagnieën die zoo lang de oorlog nog duurde in dienst blevenvoor wier betaling op de Fransche subsidie gerekend werd en waarvan de provinciën zich weinig aantrokken. De subsidie was ontoereikend om alle com pagnieën te betalenzoodat o. a. een derde gedeelte van het garnizoen te Maastricht onbetaald bleef en de soldaten van armoede verliepen (2). Een poging om de sterkte der ongerepartieerden in overeenstemming te brengen met de Fransche subsidie was het vorige jaar afgestuit op de on- (1) Res. S. G. 8 Januari, 5 April, 27 Mei, 18 Juni, 8 October, Res. R. v. St. 8 Januari, Res. H. 1G Mei 1644. Zie Aanteekening N°. 62. (2) Res. S. G. 1522 JanuariRes. H. 22 JanuariRes. R. v. St. 24 Februari 1644.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 158