139 mogelijkheid om 16 compagnieën te casseeren, bij gebrek aan geld voor de achterstallige soldijbegroot op B00.000. Thans kon de Raad van State de poging herhalen overeenkomstig de belofte der Staten van Holland om hunne quote van laatstvermelde som te zullen betalen. Dientengevolge stelde de Raad op den lsten Maart ten opzichte der 8 compagnieën te paard en 78 compagnieën te voet de volgende regeling voor Wanneer 2 compagnieën te paard en 9 compagnieën te voet ontslagen de overige compagnieën tot 120 of 75 koppen gereduceerd werden, dan bedroegen de jaarlijksche onkosten 6 compagnieën ruiters van 75samen 450 paarden 129.887172 3 voetvolk 120, 360 hoofden 43.148431/2 66 75, 4950 642.400 traktementen der hoofdofficieren19.846176 toelage aan kolonel d'Estrades (Res. S. G-. 7 Sep tember 1642)2.400 Totaal £837.682—18—111/2- Dit bedrag kon uit de Fransche subsidie ad 860.000 gevonden wor den; doch het voorschot der bankiers Hoeufft die daarvoor 26.875 in rekening brachten, bedroeg slechts 833.125, zoodat een tekort van 4557—18IH/2 ontstond. De cassatie van 2 compagnieën te paard en 9 te voet greep plaatsdoch niet de reductie der overige compagnieënHol land betaalde slechts zijn aandeel in de achterstallige soldij der te cas seeren compagnieën, voor de overige was geen geld te vinden, trots de aan de reductie verbonden besparing van 40.000 ter maand (1). Hoewel de Republiek en Frankrijk aan den Munsterschen vredehandel zouden deelnemen, streefde Frankrijk er naar om de Republiek tot gewapende ondersteuning van de Hessen te bewegen, haar zoodoende in oorlog te brengen met den keizer. Doch de Republiek wilde hoogstens munitie zendenmits de landgravin beloofde om in de landen van Rijn en Maas, waar de Hessen ergerlijk huishielden, geen moeilijkheden aan den Hollandschen handel in den weg te leggen. Tijdens het verblijf der Fransche ambassadeurs Claude de Mesmes graaf van AvaulxAbel de Servien graaf van La Rocheen Gaspar Coignet de la Thuillerie, baron van Courson te 's-Gravenliage op reis naar Munster, kwam op 29 Februari 1644 een nieuw subsidie-traktaat tot standwaarbij een geheim artikel aan de Republiek de verplichting oplegde om geen vrede met Spanje te sluiten dan met goedvinden van Frankrijk: welk tractaat, (1) Res. S. G. 1, 19, 22 Maart, 9, 11 December, Res. R. v. St. 24 Februari, 1, 19, 30 Maart, 25 Juni, 9 Decomber, Res. H. 13 Februari, 15, 28 Juli, 16 December 1644. Een Res. S. G. 12 Mei bepaalde welke compagnieën zouden ontslagen worden, waarbij de vanen Nrs. 63 en 73. De Res". R. v. St. 3, 4, 7, 15 Juni bepaalden op welke wyze de 11 compagnieën uit 's lands dienst moesten ontslagen worden; zy gingen over in dienst van Graaf Ulrich van Oost- Friesland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 159