145 zeilree liggen. De vlce-admiraal Witte Cornelisz de Witte kreeg het bevel „als admirael over de vloote gaende naer Oosten ende Noorwegen"; hij vertrok zonder landingsleger, hetwelk desgevorderd later zou volgen. Zulks bleek echter onnoodig; op 23 Augustus kwam met den vrede van Brömsebro tusschen Zweden en Denemarken tevens een tractaat tusschen de Republiek en laatstgenoemd rijk tot stand. De landingstroepen, on eigenaardig de Deensche lichting genaamd, waren geformeerd, de onkosten tot onderhoud van 5000 man met de noodige artillerie gedurende vier heeremaanden op 250.000 berekendmocht deze som overschreden wordendan waarborgde Holland de betaling. De kapiteins mochten door het gehecle land voor de werving de trom laten roeren; het loop- geld bedroeg zes rijksdaalders, het daggeld vóór de eerste monstering vijf stuivers. De aangeworven troepen waren ingedeeld in vier regimen ten, elk bestaande uit 1 compagnie van 150, 1 van 140, S compagnieën van 120, per regiment 1250 man; bij elke compagnie waren 15 soldaten gewapend met vuurroers, overigens de eene helft met musketten, de anderen met pieken. De regiments-commandanten waren Apher van der Hoeven, Sigismund van Schoppen, James Henderson en Joachim van Goltstein. Het toegevoegde personeel bestond uit twee predikanten, twee doctoren, een fiskaal, twee chirurgijns boven de „veltscheerders „onder de comp." zijndeeen commies voor de artillerie, een commies voor de ammunitie (1). Blijkens de bepalingen van het met Frankrijk gesloten subsidie-tractaat moesten tegen S April 30 oorlogsschepen de Vlaamsche kust blokkeeren en het landleger op 4 Mei verzameld zijn. Wetende, dat de legerlasten het aangevraagde millioen zouden overschrijden, werd op 16 Mei nog een suppletoire petitie van 500.000 bij de provinciën ingediend (2). Oponthoud in de voorbereiding veroorloofde pas op 25 Mei de bijeen- trekking te Dordrecht van 300 compagnieën infanterie onder Lodewijk van Nassaü-Beverweerd waarvan 16 compagnieën onder Jacques van Oenema tot versterking der Rijn- en Maas-garnizoenen werden afgezonden de cavalerie en de treinen verzamelden te Tilburg (3). De veldmaar schalk Brederode landde op 7 Juni met 7S compagnieën infanterie en 18 vanen ruiterij bij Sas van Gent, marcheerde naarZelzaetemaakte zich meester van het fort Miseria ter overzijde van de Moervaart 10 (1) Res. R. v. St. 22, 21, 27, 28, Res. S. G. 25 en 29 April 1G45; G. P. B. II 5G2, tractaat van 23 Augustus mot Denemarken. De vuurroers, met een loopslongte van 3>/2 voetschoten kogels van 20 in hot pond; de.bandelier bevatte 18 kruilmaten (Res. R. v. St. 7 Augustus 1647). Zie Aanteokening N°. 65. (2) Res. S. G. 16 Mei, 31 Juli 1645. (3) Res. S. G. 3 April (pontensloepenbruggen-materieeltreinen)21 April .(gedeputeerden to volde), Res. R. v. St. 13 en 17 Mei (legerwagens, legerschopon tochtpaarden), S. G. Lias loopende 1645 dd. 1 Mei en 1 Juni.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 165