i4ê óver Wachtebeke en kreeg vasten voet in het land van Waes. Het op 8 Juni te Bergen-op-Zoom bijeengebrachte gros had wegens gebrek aan transportschepen van 13 tot 15 Juni noodig om Philippine te bereiken, van waar de cavalerie naar Zelzaete marcheerde; bij een verkenning dooi den kwartiermeester-generaal Adriaan de Percheval van den nabij Saffelaere geretrancheerden vijand sneuvelde o.a. de jonge graaf Jacob van Waldeck (1). Intusschen was het Fransche leger onder Gaston van Orleans de Spaansche Nederlanden binnengerukt, de. Colme overgetrokken en had zich meester gemaakt van het nabij Duinkerken gelegen Mardijk, ter wijl Staatsche oorlogsschepen onder den luitenant-admiraal Tromp op de kust kruisten (2). Prins Frederik Hendrik besloot de Franschen dichter te naderen. Brederode met 70 compagnieën infanterie en een regiment cavalerie in de kwartieren van Wachtebeke achterlatende, vertrok het leger op 5 Juli kort na het slaan der diana (morgenroffel), elke soldaat voor vijf dagen van levensmiddelen voorzien, van Zelzaete naar Oost-Eecloo; hier werd „batailles gewijd .ghecampeert sonder retran- „chementensijnde de avenues alleen met traversen en slachboomen „verseeckert". Wijl bij een verkenning door ritmeester Anthony Crocq was gebleken dat het terrein omtrent Rodenhuyse en Langerbrugge onder water stond, de begaanbare wegen door boomversperringen ontoe gankelijk gemaakt waren, zoodat 'tonmogelijk bleek om verder in het land van Waes door te dringen, gaf de Prins aan Brederode bevel het fort Miseria en bijbehoorende werken te laten springen, voorts zich bij hem aan te sluiten, hetgeen op 26 Juli geschiedde. Het Staatsche leger thans sterk 322 compagnieën te voet en 71 te paard „al t'samen fris en „gesont volck", brak denzelfden dag op, de infanterie naar Maldeghem de cavalerie naar Adeghem (3). De Prins af zag van een ontmoeting met de Franschen en besloot een aanslag op Hulst te ondernemen, waarvoor ieder zich voor zes dagen van levensmiddelen had te voorzien. Op 5 Augustus marcheerde graaf Johan Albrecht van Solms met negen regimenten infanterie, de artillerie en de treinen naar Sluis om in het Nieuwerhavensclie gat in te schepen. Twee dagen later vertrok de Prins met het gros naar IJzendijke, zich in den rug beveiligende door al de cavalerie onder zijn zoon prins Willem, welke „aen die van Brugge een heeten Alarm" deed bezorgen. Tegenwind verhinderde het vertrek van Solms, zoodat de vijand in de gelegenheid kwam om Hulst te versterken en de Prins van zijn plan (1) S. G. Lias loopende 1645 dd. 4, 7—0, 11, 14, IC Juni, Res. S. G. 11 Juni, 17 Juni (vrjjleger bü Sas van Gent). (2) Res. S. G. 23 Mei (Tieleman Aquilius agent b(j het Fransche leger), 22, 24, 25 Juni, 1 Juli, 7 Augustus (zending van buskruit naar den hertog), Lias loopende 1645 dd. 23 Juni. In December ging Mardijk weder voor de Franschen verloren. (3) S. G. Lias loopende 1C45 dd. 4, 7, 10, 23, 27 en 31 Juli.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 166