153 tiging van Antwerpen, daarbij rekenende op medewerking der onder het Spaansche juk zuchtende bevolking. Hoe 't zij, 's Prinsen optreden in 1646 miste de vroegere geestkracht; zijn weifelen was alleszins in strijd met den voortvarenden geest van zijn zoon prins Willem; ook begon het geheugen hem in den steek te latenwel was hij „in tamelicke „Lijffsgesontheyt, maer niet soo vigoureus als voorheen". Hoewel oor- deelende, in verband met de vredesonderhandelingen te Munster, dat „een eerlick ende vordeelich accoort niet en was te verwerpen", wilde hij toch het met zijne onderbevelhebbers en de Franschen „geconcerteerde „desseyn bij de hant nemen, met intentie om het selve te volvoeren". Werkelijk marcheerde het leger met het Fransche hulpkorps op 25 Juli naar Stekene in de richting naar Antwerpenmaar trok twee dagen latei- verder zuidwaarts naar Lokeren. Piccolomini dekte Antwerpen; zijne generaals Jan Beck en Willem Lamboy namen stelling ter overzijde van de Schelde bij Dendermonde, hertog Kakel van Lotharingen bij Gent. De Franschen bedreven uit de geretrancheerde legerplaats voortdurend allerlei moedwilin weerwil van sauvegarde plunderden zij de kerk en het huis Overmeire, de stadjes Calcken, Zele enHamme, als gevolg waarvan niet alleen alle kans van ingrijpen der bevolking verloren gingmaar ook de boeren allen toevoer staaktenzoodat de levensmiddelen belangrijk in prijs stegen. Prins Willem trok in den nacht van 2 op 3 Augustus uit met de vanen van de ritmeesters Hautcourt en Elderen, 300 vierroers onder kapitein Bouman verrastte bij Mullesteeck (Molensteeg) dicht onder Gent drie vijandelijke compagnieën te voet en twee te paarden keerde met 100 krijgsgevangenen en 50 paarden buit terug: inderdaad een schitterend wapenfeit (1). Op 9 Augustus trok het leger naar Waesmunster en bezette Teemsche (Tamise) aan de samenvloeiing van Durme en Schelde; dienzelfden dag maakten de Zeeuwsche vice-admiraal Jan Evertsen en de commandeur van Liefkenshoek Johan Willem Cabeljaü zich met 500 matrozen en soldaten meester van het Boeregat nabij de Kruisschans. Twee voorname punten boven en beneden Antwerpen waren derhalve bezet; prins Fre- derik Hendrik bleef echter werkeloos en wilde niet toegeven aan den drang om het opperbevel aan zijn zoon over te dragen. Dientengevolge moesten beide plaatsen weder worden ontruimd en trok het leger noord waarts naar St. Gilles tusschen St. Nicolaas en Hulst. Wel ontwierp Zijn Hoogheid verdere plannen en deed „dagelycx diverse plaatsen recognois- „seren om ist mogelijck met het leger ytwes aen te vangen": maar een aanslag op Antwerpen bleef achterwege. De Prins wilde, ter besparing der extra-uitgaven voor schepenwagenspaarden en waardgeldershet (1) S. G. Lias loopende 1G4G dd. 24 en 30 Juli, 3 Augustus. Piccolomini was in 1G44 met den markies van Castel Rodrigo door koning Filips IV belast met het interim in de Spaansche Nederlanden. De keizerlijke generaals Beck en Lamboy stonden tijdelijk in dienst van Spanje.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 173