i"è§
In Augustus 1647 was prins Willem II niet een groot deel der ruiterij
naar Westphalen getrokken, had bij Heinsberg (Z. O. van Roermond) een
Lamboysche afdeeling verslagen en 36 soldaten krijgsgevangen gemaakt (1).
Tot het laatst ijverde de Prins om den oorlog krachtig voort te
zettente samen met de ambassadeurs de Servien en de la Thuillerie
liet hij niets onbeproefd om in den boezem der Republiek den weer
stand tegen Hollands staatkunde aan te wakkeren, het sluiten van een
afzonderlijken vrede met Spanje te voorkomen. Zulk een vrede zou
onvermijdelijk groot misnoegen in Frankrijk verwekken, hetwelk zich
met recht op de vele sinds 1634 gesloten tractaten het laatste of
z.g. garantie-tractaat was van 13 Juli 1647 kon beroepen. Na mis
lukking van alle pogingen om ook Frankrijk tot den vrede met Spanje
te bewegen, werd op 30 Januari 1648 het „Tractaet van Vrede be-
„slooten binnen de Stadt Munster in Westphalen, tusschen den Door-
„luchtichsten en Groot-machtigen Prince Philips de Vierde van dien
„naem, Coninck van Hispanien, etc. ter eenre, ende de Hoogh Mo-
„gende Heeren Staten-Generael van de Geünieerde Nederlanden ter
„andere syde". Het hield nog tot den Ssten April aan alvorens het
verdrag door de Staten-Generaal werd bekrachtigd, wegens verzet van
Zeeland, Utrecht en enkele steden in Holland, o. a. Leiden, tegen den
trouwbreuk jegens Frankrijk. Maar de meerderheid achtte de toenemende
macht dezer mogendheid gevaarlijk voor de Republiek en wist de be
krachtiging door te drijven (2).
Op 15 Mei 1648 werden te Munster de stukken van het geratificeerde
tractaat door de vertegenwoordigers van Spanje's koning uitgewisseld
niet met de „vrije Staten", als bij het bestand van 9 April 1609, maar
met „de Souveraine Staten, Provintien en Landen op de welcke, noch
„op haer gheassocieerde LandtschappenSteden en Landen...", waarop
„hij Heer Coninck niet en pretendeert, noch nu ofte namaels, voor hem
„selven, Sijne Successeurs en Nakomelingen immermeer yet sal preten
deren" (Art. 1). Met gezwollen borst en open deuren, onder signalen
van pauken en trompetten hoorden de Staten-afgevaardigden den volgen
den dag het in negen-en-zeventig artikelen vervatte tractaat voorlezen.
De Republiek zou staan onder „de continuatie ende observatie van de
„NeutraliteytVrundschap ende goede Nabuyrschap van weghen Sijn
„Keyserlicke Majesteyt en het Ryck" (Art. 53) een tot heden nimmer
verstoorde vriendschap
„Een yegelyck" behield het grondgebied, hetwelk hij bij het sluiten van
(1) Res. S. G. 30 Januari 1648.
(2) G. P. B. I 79 dd. 30 Januari 1648, Tractaat van vrede. De onderteekenaars warenvan
wegen de Republiek: Bartholt van Gent (Gelderland), Johan van Mathenesse en Adriaan
Pauw (Holland), Johan de Knuyt (Zeeland), Godard van Reede (Utrecht), Franqojs van
Donia (Friesland), "Willem Ripperda (Overijssel) en Adriaan Clant (Groningen); voor
Spanje: graaf Guzman de Peneranda en Antony Brun.