174
Francois EoussEL,'een dor Staatsche kapiteins te Emderi, was op
verzoek door zijne betaalsheeren, de Staten van Friesland, uit den dienst
ontslagen en trachtte een regiment musketiers voor koning Christiaan
van Denemarken op te richten, waartoe hij vele Staatsolie soldaten
overhaalde. In plaats van krachtig tegen deze onbehoorlijke handelingen
op te treden, achtte de Republiek zich wegens den oorlogstoestand
van 1629 genoopt met hem te onderhandelen omtrent de overdracht van
drie reeds geformeerde compagnieën van 200 mandie weldra als „nieuwe
Denen" in 's lands dienst tradendit kon te gereederomdat intus-
scben de oorlogsbedrijven van den Deenschen koning waren geëindigd (1).
Het jaar 1629 vorderde in de Republiek veel bedrijvigheid tot het
bijeen- en op sterkte houden harer krijgsmacht in Oost-Friesland. Ter
betere beveiliging van Emden liet ze op het tegenover de stad in den
Dollart liggende eiland Nesterland een fort bouwen, met een Staatsolie
bezetting evenals in het nabijgelegen Wolthusen. Niettemin verlangden
de Staten van Friesland bevoegdheid om elk oogenblik 300 man uit
Emden te kunnen trekken, terwijl prins Frederik Hendrik 600 man
naar den IJssel ontbood (2). In hetzelfde jaar waren de Staten van
Friesland en Groningen met elkander overeengekomen om beurtelings de
commandeurs van LeeroordBourtangede Langakker- en Bellingwolder-
scliansen voor den tijd van drie jaren te benoemen. De Staten-Generaal
moesten zich zulks laten welgevallen; in Augustus gaf Coenders het
bevel te Leeroord over aan Homme van Hettinga (3). Ook Emden ver
kreeg een anderen Staatschen commandeur; Erentreyter trad wegens
zijn hoogen leeftijd af en gaf het bevel over aan zijn zoon en naamge
noot, die echter na Montecuccoli's aftocht uit de Veluwe voorloopig moest
optreden als commandeur te Amersfoort (4).
Gedurende het verdere verloop van den oorlog vormde het graafschap
een gewenscht winterverblijf of toevluchtsoord voor de strijdvoerende
partijen. Alsof dit niet genoeg ware, duurden de onderlinge twisten
tusschen den graaf, Emden en de stenden voort; zij verlangden allen
te worden verlost van het Staatsclie garnizoen uit Emden, doch
(1) Ros. S. G. 18, 25 Augustus, 8, 9, 13 15, 18, 22 November, 9 December, Seer. Res.
S. G. 29 October, Res. R. v. St. 9, 21, 23 Augustus, 11, 17, 2021 NovemberRes. Friesland
I October 1628, Res. S. G. 7 Maart, 22 Augustus, Res. R. v. St. 9, 20 Maart, 22 Mei 1629.
(2) Res. S, G. 21, 25 Januari, 9, 11 Februari, 16 Maart, 13 Mei, 20, 25, 28 Juni, 12 Juli,
Res. R. v. St. 13 Mei, S. G. Lias loopende 1629 dd. 23 Juni.
(3) Res. S. G. 11 April, 22, 31 Mei, 20 Juni, 31 Juli, 1, 3, 20 Augustus, Res. R. v. St..
II April, Comm. S. G. 3 Augustus 1629. Graaf Ulrich beweerde recht te hebben op do
Langakkerschansdoch deze bleef in bezit der burgemeesters van de stad Groningen als
hoeren van Westwoldingerland (Res. S. G. 22 Augustus, 5 September 1631).
(1) Res. S. G. 16 Juni, 29 November, 20, 22 December, Res. R. v. St. 20 Juni 1629. Ekent-
reytek, de zoon, kreeg een der uit de 500 man geformeerde compagnieën, voorts een
instructie als commandeur over hot krijgsvolk dor stenden (Res. S. G. 1 Mei, Seer. Res.
S. G. 15 Mei 1630).