178
de Eems: een en ander, onder tegenkanting van Holland. Lamboy liet
zich niet tegenhouden: hij bezette Reiderland, Stikhausen en andere
plaatsen, eischte een gelijk bedrag aan contributie als de Hessen genoten,
en verklaarde niet te zullen vertrekken zoolang zich nog een enkele Hes
in het graafschap bevond (1).
Zoowel de keizerlijken als de Hessen bleven na den vrede van Munster
in het graafschap, terwijl de Republiek Emden en Leeroord bezet
hield (2).
P. BENOEMINGEN. RESIGNATIE. DE SOLLICITEURS.
a. Benoemingen.
Het recht van benoemingen, d.i. het vergeven van militaire ambten
en bedieningen, al dan niet door het verleenen van commissiën gevolgd,
werd gedurende den Tachtigjarigen oorlog, blijkens een in 1651 opge
maakte memorie, volgenderwijs uitgeoefend (8).
De benoeming tot generaal der cavalerie, veldmaarschalk, luitenant-gene
raal der cavaleriecommissaris-generaal der cavaleriemeester-generaal der
artilleriegouverneur van 's-HertogenboschMaastrichtBergen-op Zoom,
commandeur van Emden en Leeroord; enkele malen tot kolonel, rit
meester en kapitein geschiedde door Hunne Hoog Mogenden. Zij ver
leenden eveneens do commissiën voor deze benoemingen (4).
Alle overige commissiën werden verleend door den Raad van State,
doch op naam der Staten-Generaalals aan
a. gouverneurs: de laatste maal aan die van Wesel en Hulst, op acte
van Zijn Hoogheid als kapitein-generaal;
b. kolonels, luitenant-kolonels, sergeant-majoors, kwartiermeesters en
provoosten van de regimenten, ritmeesters en kapiteins, op acte
van Zijn Hoogheid, met uitzondering van die ter repartitie van
Friesland en Groningen, welke gewesten zelf de benoeming deden;
c. den president van den krijgsraadden sergeant-majoor-generaalde
kwartiermeesters-generaal van het leger en der cavalerie, den
provoost-generaal, alleen op benoeming van den Raad;
d. commissarissen van de monstering, op benoeming der provincie,
die hen betaalde;
e. wachtmeesters of majoorscommiesen van magazijnenauditeurs-
(1) Res. S. G. 9, 10, 14, 17, 28 Septomber, 19, 22, 26, 31 October, 33 November, Res. H.
16, 26 November 1647, Res. S. G. 28, 30 Januari, 29 Maart 1648.
(2) De commandeurs van Emden en van Leeroord zjjn genoemd in Bijlage III.
(3) S. G. Lias loopende 1651 dd. 30 Maart.
(4) De uit hunne commissie-boeken aangehaalde commissiën zijn in de doelen van (1Het
Staatsche Leger" aangegeven met „Comm.-S. G."