1?9 militair, geweldige provoosten in de generaliteits-frontierenhetzij op benoeming door den Raad of op acte van Zijne Hoogheid (1). Behalve in de reeds gemelde gevallen, verleende de kapitein-generaal acte aan sommige gouverneurs en commandeurs, in 'tbijzonder voor betrekkingen, waaraan geen traktementen verbonden, dientengevolge geen commission noodig waren (2). De benoeming tot luitenant, kornet en vaandrig geschiedde in den regel door de betaalsheerenwanneer daaraan geen traktementen ver- jonden waren, soms door den kapitein-generaal. De overige „officieren" eenor compagnie sergeanten, korporaals, trompetters, tamboers, schrijvers, chirurgijns, provoosten ontvingen geen commissie bij hunne aanstelling (3). De edellieden van het geschut, de kanonniers, mineurs en anderen voor wie geen korps verband bestond en de betaling hunner trakte menten op geen andere wijze geregeld was, ontvingen een commissie van of namens de Sta ten-Generaal, welke voornamelijk diende als bewijs der door hen bekleede betrekking en recht op betaling van het hun toekomende door de betaalsheeren. b. Resignatie. Aangezien de verkoop van militaire ambten of het aannemen van ge schenken herhaaldelijk doch steeds te vergeefs verboden was, trachtten de Staten-Generaal in 1637 een einde te maken aan die misbruiken door uitvaardiging van een plakkaat, volgens hetwelk voortaan geëischt werd de „eedt van getrouwicheyt" te doen voorafgaan door een „eedt tegen „de resignatie ende vercooppinge van militaire chargen" (4). Dit hielp even weinig. Integendeel werkten de Staten-Generaal het misbiuik in de hand door het verleenen van vrijstelling van „den eedt „tegen de resignatie" (5). De Staten van Friesland verkozen niet, dat hunne officieren dien eed zouden afleggen (6). De op naam der Staten-Generaal verleendein de commissie-boeken van den Raad van state opgenomen commissiën z«n door ons aangehaald met „Comm. R. v StAange zien deze boeken over do jaren 1C00 tot 1640 ontbreken, zijn de uit de resolutiën van den aad van State geputte benoemingen aangehaald met „lies. R. v. St." (2) Slechts dan is de datum der acte door ons bij dien der commissie vermeld, wanneer ze uit verschillende maanden afkomstig waren. De acte-boeken van de secretarie der prinsen van Oranje zün verdwenen; 't kan ook zün, dat de zorg dienaangaande te wenschen overliet (Res. H. 15 Februari 1651). (3) Nog heden ten dage worden de onderofficieren van het Britsche leger „non commis sioned officers" genoemd. (4) Zie bladz. 94. A\ü zullen de bü de commissies verleende vrüstellingen aangeven met de letters V. R. vrüstelling resignatie). (6) Res. R. v. St. 15 April 1645.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 199