Simon van Walta.
Vaan N°. 54 (Deel III N°. 64).
Ees. S. G.. 14 Januari 1625. S. v. o. 1627 100 harquebusiers,
Everhard Ketsgen. op Friesland.
Comm. Friesland. 18 Januari 1631.
1634 (1). Adriaan de Deckere.
Comm. R. v. St. 17 October 1645 (2).
Adriaan de Hertaing heer van
Marquette.
Vaan N°. 55.
Res. R. v. St. 15 Januari 1628 (3). S. v. o. 1627 100 harquebusiers
Robert van Eeckeren heer van op Groningen.
Stabroek. Res. S. G. 4 en 13 Januari, Res.
R. v. St. 5 en 7 Januari 1628
100 kurassiers en 81 bidets (4).
Res. R. v.-St. 25 April 1631(5). Res. R. v. St. 7 Februari 1637 100
Bayoche van der Wengen, te kurassiers.
voren ritmeester van vaan N°. 56.
Res. R. v. St. 17 October 1640 (6).
Charles d'Aumale heer van
Hautcourt; wordt in hetzelfde
jaar ritmeester van vaan N°. 40.
Res. R. v. St. 29 October 1640.
Peter Verrucitjs.
Vaan N°. 56. K
Res. R. v. St. 27 November 1629. 100harquebusiers, ongerepartieerd.
Bayoche van der Wengen 1631
ritmeester van vaan N°. 55 (ku
rassiers).
Res. R. v. St. 21 Mei 1632. Frans Res. R. v. St. 29 Juni 1637, de
van Bodelschwing (7). vaan wordt gelicentieerd (8).
206
(1) De commissie is niet gevonden.
(2) Op acte van 25 Augustus 1645. De ritmeester de Deckere kreeg de compagnie infanterie
van den heer van Marquette, die in 1626 zijn overleden vader Daniël de Hertaing als
kapitein was opgevolgd' (Res. R. "v. St. 14 April 1626).
(3) Op acte van 30 Augustus 1627. De ritmeester, eerder in dienst van graaf Hendrik
van den Berg, vervolgens aangeworven voor den keizer, evenwel' zonder eed te hebben
afgelegd of geld te ontvangen, was tijdens het beleg van Grol met zijn vaan aan Staatsche
zijde overgekomen (Res. S. G. 4 September, 11 October, Ros. R. v. St. 11 October).
(4) De medegebrachte karabijnen waren van te zwaar kaliber, schietende kogels van zes
in het pond.
(5) Op acte van 24 Maart 1631.
(6) Op acte van 13 Juli 1640.
(7) De ritmeester deserteerde en trad als overste-luitenant in dienst des keizers (Res.
R. v. St. 3 Juni 1637).
(8) De vaan telde 52 paarden, met die der officieren; 28 ruiters waren wel gemonteerd,
8 ruiters zonder paarden. De meesten waren wegens slechte betaling „gedegouteert"" om de
Republiek langer te dienen (Res. R. v. St. 13 Juli 1637).
