A. PRINS FREDERIK AANVAARDT HET KAPITEIN-GENERAAL SCHAP DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. KONING CHRISTIAAN VAN DENEMARKEN IN DUITSCHLAND. Reeds een dag na het afsterven van Prins Maurits verkozen de Staten-Generaal zijn broeder Frederik Hendrik tot kapitein-generaal en admiraal der Vereenigde Nederlanden (1). Deze haast, zonder ruggespraak met de principalen, grondde in de noodzakelijkheid om het leger te velde niet zonder krijgshoofd te laten, tevens de kans te ontloopen dat graaf Ernst van Mansfeld of een ander zich tot opperbevelhebber opwierp. Groningen en Drente kozen den Frieschen stadhouder, graaf Ernst Casimir, de overige gewesten Frederik Hendrik tot stadhouder. Groot-Brittanniö en Frankrijk behoorden tot de machtigste bondge- nooten der Republiek. Op eerstgenoemde mogendheid viel alleen te rekenen wanneer 't haar eigen belangen diende. Ten opzichte van Frankrijk vreesde de Republiek verzoening met keizer Ferdinand II en Spanje; daarom ondersteunde zij de regeering en trok openlijk partij tegen de eigen geloofsgenootende Hugenotendie onder de leiding der gebroeders Hendrik van Rohan en Benjamin van Soubise als 't wrare een Staat in den Staat vormden, waaraan alleen de onderwerping van Rochelle een einde kon maken. De Republiek zond dan ook, ingevolge het tractaat van 12 April 1625 (2), een eskader onder den luitenant-admiraal Willem de Zoete de Lake, heer van Haultain, die in Juli een nederlaag leed, doch in September overwon: eerst in Februari 1626 onderwierp Rochelle zich aan den koning (3). De goede verstandhouding met Frankrijk be vorderde een geregelde betaling der jaarlijksclie subsidie. Karel I van Groot-Brittanniö bleef, evenals vroeger zijn vader, zich de belangen van den verdreven keurvorst Frederik Y van de Palts aan trekken en rustte een vloot uit van 82 schepen tegen Spanjewaarbij de Republiek, overeenkomstig het tractaat van 5 Juni 1624 en latere ver dragen, 20 schepen voegde. Aan dezen tocht mochten deelnemen de kolonels Edward Cecil en Edward Harwood luitenant-kolonel Edward (1) In het Huisarchief van Hare Majesteit de Koningin berust een boekwerk, getiteld „Ordres do Battaille et Bataillons du prince Frédéric Henri", samengesteld naar de beginselennodergelegd in „De slagorders van Prins Maürits". (Zie Deel IIIbladz. 18.) (2) Archief S. G. N°. 830G. (3) Res. S. G. 11 Februari 1626. In 1627 brak do godsdienstoorlog opnieuw uit; in October 1628 moest Rochelle zich op genade aan den kardinaal van Richelieu overgeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 24