234
Beiden waren gouverneur van Sluis en mei hunne opvolgers aldaar de
voornaamste bevelhebbers in de provincie; geen van laatstbedoelden
noemden zich kolonel van een of meer Zeeuwsche regimenten.
Het kolonelschap bleef tot 1664 vacant (3).
d. HET UTRECHTSCHE REGIMENT.
Het Utrechtsche of Stichtsche regiment vormde tot 1628 niet meer
dan een kolonelschap; in genoemd jaar werd het korps geformeerd (1).
De compagnie van den op 2 December 1625 overleden kolonel Anthonis
van Utenhove ging over op Johan Hessels onder bepaling dat de
sterkte ad 250 hoofden bleef gehandhaafd tot de vervulling van het
kolonelschap, wanneer 50 soldaten moesten overgaan op de compagnie-
colonelle (2).
Kolonels
Res. R. v. St. 1626. Otto van Gent, heer van Dieden, te voren kapi
tein van 's prinsen garde.
Comm. R. v. St. 12 Januari 1641. Arnold (Arent, Arnoult) Branï.
Comm. R. v. St. 20 Augustus 1641. Johan Adolf van Renesse.
Luitenant-kolonels
Res. R. v. St. 20 Juni 1628. Arent Sloot.
Res. R. v. St. 12 December 1636. Arnold Brant.
Comm. R. v. St. 24 Januari 1641. Johan Adolf van Renesse.
Comm. R. v. St. 24 Januari 1642 (3). Frederik, baron en burggraaf
van Dohna. Wordt 1645 kolonel van het Geldersche regiment.
Comm. R. v. St. 27 Mei 1645. Jhr. Frederik van Nassau Zuylen-
STEYN (4).
Sergeant-majoors
Sinds 1624, Arnold Brant.
Res. R. v. St. 24 December 1636. Johan Adolf van Renesse.
Res. R. v. St. 22 Januari 1641. Frederik, baron en burggraaf van
Dohna (5).
Comm. R. v. St. 8 November 1641 (6).* Louis de Aquila.
(1) Ros. R V. St. 22 Maart 1626. De compagnie kwam vervolgens aan graaf Willem van
Nassau, den nieuwen gouverneur-van Sluis (Res. R. v, St. 22 Mei 1638).
(2) Navorscher XXXIII, bladz. 10 o. v.
(3) Als bijzonderheid vermelden wü, dat in 1627 de Staten van Zeeland pijen voor de
soldaten lieten maken om b'ij nat weder te gebruiken (Res. S. G. 11 Juli 1627).
(1) Res. S. G. 3, Res. R. v. St. 19 Juni 1628.
(2) Res. R. v. St. 7 en 10 Januari 1626.
(3) Op acte van 9 Augustus 1641.
(4) Natuurlijke zoon van prins Frederik Hendrik. Tegen afstand van zijn compagnie
Walen kroeg hij een compagnie in het regiment van graaf Johan van Hornes door het
overlijden van luitenant-kolonel Filips de Gruytere (Comm. R. v. St. 3 Januari 1648).
(5) Hij ontving geon commissie en legde geen eed af; hom werd wel traktement toe
gekend (Res. R. v. St. 3 Februari 1642).
(6) Op acte van 13 Augustus 1641,