238 f. DE GARDE EN DE REGIMENTEN OP OVERIJSSEL. 1. DE COMPAGNIE GARDE. Alexander van Wevort volgde in 1625 jtar. Edsard Tjarda van Starkenborch op als drost of gouverneur van het aan prins Frederiic Hendrik toebehoorende graafschap Meurs, tevens als kapitein zijner compagnie te voet, welke op de repartitie van Holland kwam (1). De compagnie van den prins op Overijsselkwam onder Lodewi.tk van Nassau-La Leck, heer van Beverweerd, bleef garde van den prins-stad houder, doch werd bij de oprichting van het regiment Beverweerd be schouwd als daarvan de compagnie-colonnelle uit te maken (2). In 1643 werd zij van 200 op 150 hoofden gereduceerd en stond onder bevel van luitenant Peter Kien (3). 2. HET OVERI.JSSELSCHE REGIMENT. In lb46 wilden de Staten van het gewest van de negen op hunne repartitie staande compagnieën een regiment formeeren, waartegen vijf provinciën bezwaren aanvoerden. Toen deze in het begin van 1647 nog niet waren opgelost, ontvingen de hoofdofficieren hunne commissies, echter zonder bepaling van het traktement (1). KolonelErnst van Ittersum te voren luitenant, kolonel bij het regiment vuurroers. Comm. R. v. St. I Luitenant-kolonel: Barthold van Haersolte. 2 Februari 1647 (2). i Sergeant-majoor: Arent Jurrien van Haersolte I te voren luitenant-kolonel van de Deensche lichting. 3. REGIMENT VUURROERS. Res. S. G. en Res. R. v. St. 9 Februari 1632, formatie van het regiment, bestaande uit 10 compagnieën, gedeeltelijk op de repartitie van Gelderland. Kolonel Res. R. v. St. 23 Februari 1632. Johan van Wijnbergen, vrijheer van Horssen tot Oldenaller. Luitenant-kolonels: Res. R. v. St. 8 Maart 1632. Arent van Haersolte. Res. R. v. St. 11 November 1637 (1). Abraham de Bye, heer van Al- brandswaard. (1) Res. R. v. St. 24 Juni 1625. Aanteekening op don staat van oorlog van 1621 (Archief R. v. St. N°. 1248). (2) Aanteekening ut supra. (3) Res. R. v. St. 11 Maart, 18 Mei 1G43. (1) Res. s. G. 17 Mei, 22 September, Res. R. v. St. 19 Mei, 19, 2L, 25 September 1046, 2 Februari 1647. (2) Op acte van 10 September 1646.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 258