265 loopen voor muskotten en pistolen, mede dat alle invoer zou worden onderworpen aan vergelijkende proeven met inlandsch fabrikaat. Wel werd de invoer bezwaard, als: een gemonteerd musketmet 010, een musket-loop, geslepen en geboord O610, een vuurroer, gemonteerd01610, een vuurroer-loop, geslepen en geboord 069, een bandelier-roer (karabijn), gemonteerd 0184, een bandelier-roer-loop, geslepen en geboord 05, een paar pistolen, gemonteerd 0—1610, een vuurroer-slot08— 4, een snaphaan03— 4, con lontslot„0—8, een forket0— 4. (1). De uitvoer overtrof den invoer. Groote partijen gingen in de jaren 1632 tot 1634 naar Polen (voor 20.000 man) en naar Moscovië. Laatst genoemd rijk vroeg „int jaer vande werelt scheppinge 7142 jaren na hunne calculatie" 6000 musketten, 2000 paren pistolen, 2000 karabijnen met radsloten, 5000 degens, 10.000 lil lood, 72 metalen stukken met 1000 kogels per stuk. Frankrijk betrok 2000 musketten, 20 kleine me talen stukken van de nieuwe modellen200.000 r&' lood met even zooveel lont en 600 witte corseletten (2). Vele uitvinders meldden zich aan. Herhaaldelijk dreunden het Scheve- veningsche strand en de overkant van het IJ door allerlei proefnemingen. Ondoenlijk om alle uitvindingen, waarvan bovendien vele weinig om het lijf hadden, op te sommen; wij bepalen ons tot enkele. Willem Douglas' bood aan „dubbele stuckxkens", bestaande uit twee aan elkander gegoten kanonnenwaarmede men vijf schoten kon afgeven in den tijd van anders twee schoten; Willem Wegewaert berekende daarvoor 15 stuivers gietloon voor elk pond. Douglas kreeg ter belooning de compagnie van wijlen kapitein Walter Bruce en beproefde ook om een schip op mus ketschots-afstand onder water te petardeeren (3). Jan de Rvckere smeedde het ijzer met den hamer, zoodat zijne 24-, 12- en 6 ponders slechts 1450730 en 430 IS -wogendoch de gescluitgieter Wegewaert rapporteerde dat 't „quaet ende valsch werck is, van verscheiden stoffen als yser, „root coper, lood, tin als potspyse onder den anderen t'samen gesmeden „gegoten ende gelapt, dat de luyden daermede bedrogen sullen werden". (1) Res. S. G. 30 Mei, 11 Juni 1030, 11 October 1631, 10 October 1040. Uit Weseikwamen wapenen van Herman Adel en F. S. Sondach (Res. R. v. St 23 December 1039). (2) Res. S. G. 1, 3 Juli 1632, 30 April, 3 Juni, 7 September 1633, 19 Mei, 22 23 Juni, li) Juli 1034. Coendert Matijsz. te Utrecht leverde aan den grootvorst te Moskou twee harnassen voor 250 -6 (Res. S. G. 3 December 1529) (3) Res. S. G. 8, 13, 24 April, 17 Mei, Res. R. v. St. 2 Juni 1027, 10 Januari, 10 Fe bruari, Res. S. G. lo, 19, 29 December 1628, 24 Januari 1629, Res. It. v. St. 2Augustus 1030,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 285