286 „t)e Ruyterie gaet een ander wech, met een troupe vierroers onder „Potter" (1). Volgen de verschillende wagens en het geschut, waarbij een troep vuurroers, de tochten en wagens met ammunitie, 6 stukken van 12 HC en eenige ruiterij. „Ordre omte marcheren van Watervliet tot inde schepen den 9» Juny „1631. „De Ruyterie marcherende onder Staeckenbroeck tot 20 comp" toe, „gaen te schepe des voormiddaechsgelyck alle de wagens ende bagagie. „Veertien comp» vande trouppe van graeff Ernst, onder het comman- „deinent vanden oversten Loo met een lieutenant collonel ende een „sergeant majoor sullen blijven leggen aen den lioeck vanden dyck die „by haer quartier leyt ende naer Phillippyne loopt, deselffde besettende, „mitsgaders oock de trencheen, die beneden den dijck naer de schepen „loopt. „Collonel Morgan sal besetten met twaelff companignien de advenue „die recht uyt het dorp op den dyck loopt. „Graeff Maurits sal besetten den hoeck vanden dyck die westwaerts „loopt met 12 companignien, ende sullen daer al dese trouppen blijven, „soo lange tot dat het voetvolck sal gescheept zijnende alles te schepe „zal wesen, yder sal hebben drie stucken geschuts op syn wachte. „Eerst sal t' geschut met alle syn toebehooren ende de rest vanden „treyn naer de schepen marcheren. „Daer naer zullen volgen de voortocht vant voetvolck bestaende inde „vierroers, de acht extraordinaris companignien, graeff Willem, graeff „Ernst, Bachlough, Balfour, Brogh, Loo, Pinssen. „De middeltocht, te weten de regimenten Morgan, Harwood, grave „van Solms, Veer, Cissel. „De achtertocht bestaende in de regimenten van Maisonneuffe „Chastillon, Haulterive, Candale, graeff Maurits, Brederode. „Hierop volgen de stucken die opden wecli naer Capricke staen". AANTEEKENING N°. 22 (bladz. 52). „Ordre hoe het leger marcheren sal van uyt de schepen ontrent „Poederoyen tot Druynen inde Langestraat den 19. Juny 1631. „Vooruyt twee companignien pionniers. „De voortocht vant voetvolck bestaende inde regimenten van acht (1) Kapitein Ltjdolf Potter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 306