295
and 552, Utrecht 350, Friesland 700, Overijssel 138, Groningen 350,
Drenthe 60, totaal 5910 hoofden; dus een tekort van 90 man.
Friesland zond waardgelders in plaats van burgers; Drenthe leverde
een compagnie van 60 vuurroers, bestemd om 30 soldaten van de schans
aan den Valtherdijk af te lossen (Res. S. G. 25 Augustus, 7, 17 en Sep
tember, Res. R. v. St. 27 en 29 Augustus; Res. H. 3 September 1633).
AANTEEKENING N°. 35 (bladz. 76).
De vijand wierf te Gelder Staatsche ruiters, waartoe zich vooral die
van graaf Hendrik van den Berg lieten verleiden. Te Calais kwamen
veel Engelsche soldaten, zoo mede Franschen, die met „practycquen
„van den viant uit hare Ho. Mo. dienst worden onttrocken door eenige
„overloopers vande viant, die haer onder haer Ho. Mo. comp. begeven"
(Res. S. G. 27 September en 3 October 1634). De Spaansche gouverneur
van Hulst dreigde eenige gevangen soldaten te zullen ophangen, wanneer
het vonnis van den krijgsraad in het fort St. Annawaarbij een over-
looper tot de galg veroordeeld was, niet herroepen werdgelukkig kreeg
de fort-commandant een alferer en 4 soldaten in handen. Bij de Fran
schen had veel desertie plaats, omdat R. C. geestelijken alleen absolutie
wilden geven, als zij den dienst der Republiek verlieten en de wapens
niet meer tegen den koning van Spanje voerden. De Raad van State
stelde dientengevolge voor om de hier te lande toegelaten geestelijken
in zulke gevallen te verbannen, anderen, die heimelijk over de grenzen
kwamen „te apprehenderen endo tracteren na do placcaten" (Res. R. v.
St. 21 April, Res. S. G. 4 en 14 Mei 1635).
In Augustus werd het plakkaat van 3 Juli 1633 tegen desertie met
eenige wijzigingen afgekondigd en verbood men de soldaten om buiten
de frontier steden voor eigen voordeel te gaan werkenterwijl in December
aan de gouverneurs en commandeurs verboden werd om paspoorten te ver
strekken (G. P. B. II 282 dd. 2 Augustus, G. P. B. II 79 dd. 4 December
1635, G. P. B. II 267 dd. 11 Mei 1636).
AANTEEKENING N°. 36 (bladz. 77).
Op voorstel van prins Frederik Hendrik kreeg het aan den provoost-
generaal toegevoegde personeel uitbreiding met verhooging van enkele
traktementen, als gevolg waarvan de jaarlijksche onkosten aanzienlijk
vermeerderden. (Res. S. G. en Lias loopende 1634, dd. 13 Juni, Res.
R. v. St. 15 Juni).