3Ó6
Vrijwaren: 1°. door de vestiging van 50 ruiters en 100 vuurroers in
nieuw te bouwen steenen redouten of corps de garde op den Elterberg
en bij het Huis Hals-af (Babberich)gelegen aan den grooten weg tusschen
Zevenaar en Emmerik 2°. door bezettingen van ongeveer 25 vuurroers in
aarden redouten op den Spillekenswaard tusschen Schenkenschans en.
Emmerik, bij het Griethergat tusschen Emmerik en Rees, nabij Bislich
tusschen Rees en Wesel (Res. R. v. St. 5 Maart, 23, 24 en 30 Mei,
10, 27 en 29 Juni, 13 Juli, Res. S. G. 20 Mei 1639). Deze detache
menten kwamen onder bevel van Hekman Keultjes, ook Kaelkens
genaamd; hij was zeer gezien bij den Prins, „in verscheyden heeren
„diensten geweest sijnde, jegenwoordich rijdende onder de comp. van
„den colonel ritmeester Ysselsteyn" (Res. R. v. St. 1012 Novem
ber 1638). Weldra bleven de bedreigde streken van alle vijandelijke
opvorderingen verschoond, hetgeen sedert jaren niet was voorgekomen.
Zutphen en de Veluwe moesten de onkosten der nieuwe instelling be
talen, doch werden vrijgesteld van hun aandeel in de waardgelderszij
voldeden slechts ten deele aan hunne verplichtingen, zoodat gedurende
den winter alleen de ruiters in dienst bleven (Res. S. G. 20 September,
Res. R. v. St. 4, 16 en 29 November, 27, 28 en 31 December 1639,
25 Februari, 2 en 8 Maart 1640).
Herman Keultjes, die tot het einde van den oorlog aan alle ver
wachtingen voldeed, ontving pas op 18 Maart 1648 commissie als kapitein
over zijne manschappen te paard en te voet.
AANTEEKENING N°. 49 (bladz. 111).
De in den slag verminkte matrozen moesten volgens hun artikel-brief
ook na genezing op 's lands kosten onderhouden worden. Het ware
niet meer dan billijk geweest om gelijke behandeling toe te passen
op de aan den strijd deelgenomen hebbende landsoldaten; maar 's lands
regeering beschouwde 't als geldverspilling om hen voor het verlies van
ledematen met een jaargeld te „beloonen", vooral ten opzichte van
„jongelieden op tbeste van hun leven", die daarvan langen tijd konden
genieten. Men vond 't voordeeliger met hen „in redelicheyt een discreten
„uytcoop te maecken als bij verlies van den rechterarm 300,
„linkerarm 250, styvicheyt ende lammicheyt van drie vingeren aende
„rechterhant 60, andere verminctheden na advenant" (Res. S. G. 21
Mei 1639).
AANTEEKENING N°. 50 (bladz. 114).
Regiment Inn- en Knyphausen. Loopplaatsen Deventer, Kampen,
Zwolle, Hasselt, Hattem (Res. R. v. St. 3 en 21 Januari).
Luitenant-kolonel: Apher van der Hoeven (S. G. Lias loopende 1640,
dd. 10 September).